2022 - 05 (5) CANADA - Truro, Amrest, Tatamagouche, Antigonish, Baddeck op het Cape Breton Island.

12 mei 2022 - St. Peter's, Nova Scotia, Canada

Wij lopen nog even door Lunenburg en merken al snel dat wij de belangrijkste dingen gisteren al gezien hebben. Even tanken en dan verlaten wij dit mooie interessante dorp, helaas de benzine is ruim 5 dollarcent duurder geworden vandaag. Ons eerste doel is Chester aan de Mahone Bay zo’n 40  km verder langs de Atlantische Zuid kust. Het is een liefdevol dorpje met een mooie klein baai, maar kan niet tippen aan onze overnachtingsplek Lunenburg. Een gesprek met een ouder echtpaar die op een bankje genoten van het uitzicht. Dit loopje naar de bank met uitzicht hebben zij waarschijnlijk al vele jaren zo gedaan. Na een kort gesprek worden wij geïnformeerd over een overleden commandant van de Strijdkrachten die hier geboren is en een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan onze bevrijding o.a. bij de landing in Normandië.
Vanaf Chester gaat een weg rechtstreeks naar het noorden naar Windsor. Wij nemen deze route en slaan nu de weg via Halifax naar Windsor over. Dat zou namelijk ook een herhaling van zetten zijn. Wij kunnen kort zijn de weg was heel eentonig een pak weg 65 km lange route door niemandsland. Het weer wordt steeds minder de zon verdwijnt het wordt bewolkt en de wind neemt toe. Enigszins teleurgesteld moeten wij dit accepteren. Na Windsor wordt de route gelukkig nog wat leuker de weg bereikt de kust aan de Cobequid Baai. Wij rijden door een soort waddenlandschap, bergkloven met verborgen watervallen en knusse dorpjes. De bewoners leven hier al twee eeuwen met de enorme getijden, waarbij de waterspiegel dagelijks ongeveer 16 meter stijgt en daalt. Wij arriveren in Truro een redelijke grote stad op de kruising van wegen tussen Nova Scotia, New Brunswick en het Prins Edward Eiland.

Het mooie weer is weer terug. Opgelucht zijn wij omdat wij enigszins bang waren het mooie weer aan de South Shore achter te hebben gelaten. De receptioniste wijst ons op de aanwezigheid van het Victoria stadspark in Truro, met eenvoudige maar interessante wandelingen. Als wij er direct na ons vertrek naar toe rijden worden wij verrast door de aanwezige motorrijders. Ieder jaar wordt aan het begin van het zomerseizoen al de motoren gezegend. Dat is gepland voor vandaag en er komen nog steeds meer motorrijders aan, de een nog mooier dan de ander. Maar een ding hebben zij gemeen de rijders zijn trots op hun glimmende opgepoetste nieuwe of gerenoveerde motoren. Het is een gezellige boel en zeker als de lokale band een vrolijke muzikale folklore inzet. Het is een gezellige bijeenkomst en herkenning van mede (club) leden. Wij gaan toch nog maar even een wandeling maken. Het park is echt mooi ingericht met paden langs een beekje en veel bankjes en slinger paadjes. Er zijn een paar kleine watervalletjes en omdat het zaterdag is zijn er verschillende vaders met zoons op pad. De jongens hebben met een magneet een fortuin aan munten opgevist uit de wishing well. De vaders lopen met hengels en vissen voor het avondeten bij de waterval. Terug bij onze meestal bejaarden motorrijders. Wij maken her en der een praatje en horen de trotse verhalen aan.
Als wij Truro verlaten rijden wij ten noorden van de Cobequid Bay, dit is dezelfde kust als gisteren maar toen reden wij ten zuiden van de Baai. Deze Fundy Shore Scenic route is interessanter volgens onze LP. Er zijn veel meer stranden en de als maar steeds duurder wordende huizen zijn meestal van eigenaren die elders wonen en die hier nog een vakantiewoning hebben. Wij passeren een Nederlandse kaas boerderij in de buurt van Parrsboro. Daar kunnen wij natuurlijk niet zomaar voorbij rijden. De eigenaar niet gezien maar zijn winkel herbergt vele Nederlandse producten van drop tot klompen en alles wat er tussen zit, uiteraard ook kaas, molens en stroopwafels. Bij Parrsboro kiezen wij er voor om niet de kortste route te nemen die door het binnenland gaat. Maar de lange route langs de romantische kust te maken langs het Minas Kanaal en de Chignecto Baai. Even verderop wordt het landschap meer glooiend, waardoor het uitzicht er alleen maar mooier op wordt. Het verkeer wordt steeds minder en incidenteel hebben wij een tegenligger. Wij hebben zicht op de Cape Split, dit is de noordelijkste punt van Zuid Nova Scotia. Wij zijn hier helemaal naar boven gereden op de eerste dag toen wij vertrokken vanuit Halifax op weg naar Annapolis Royal.
Het laatste stuk is helemaal in de middle of nowhere. Wij bereiken Advocate Harbour. Wij zien bijna niemand er zijn hier een paar huizen en een benzinepomp met een winkeltje. Wij kopen een heerlijk ijsje en een klein flesje rum. Wij waren zowaar niet eens de enige klanten. Een jongeman vol met tatoeages tot in zijn gezicht toe en een jongedame met een (te) korte rok en een kleurenpalet als kapsel. Niet bepaald de doorsnee klanten……Gelukkig waren wij hier bij daglicht.. ha ha.
Wij hadden hier de schrik van ons leven. Bij het uitstappen heb ik de autosleutels in mijn handen. Ik sluit mijn portier en die was nog niet helemaal dicht dus ik duw deze verder met mijn hand. Vervolgens is de deur gelijk op slot. Dat gebeurde voor de eerste keer zo. Behoorlijk geschrokken kwam Judith met een verklaring. Zij had zojuist aan het kinderslot in de auto gezeten. Blijkbaar betekend dat als je de autodeur dicht doet deze ook meteen gesloten is. Dat weten wij nu ook weer maar het zou wel een heel vervelende onmogelijke plek geweest zijn om buitengesloten te worden met de sleutels in de auto…….
Het is toch nog een behoorlijk stukje door naar Amherst en de weg wordt alleen maar slechter. Vele potholes verder arriveren wij enigszins blij bij onze Super 8 motel in Amherst.

Wij rijden eerst zo’n kleine 20 km terug langs de kust naar het zuiden. Bij Joggins hebben de getijden 300 miljoen jaar oude versteende bomen, planten en reptielen in de 50 meter hoge zandsteenklippen blootgelegd. In 2008 is een 15 km lange kuststrook met fossielklippen door de UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed. In het Joggins Fossil Centre worden fossielen tentoongesteld. Gisteren arriveerden wij daar precies om vijf uur en gingen de deuren net op slot. Wij hoorden dat er wandelingen met een gids zijn elk uur, dus wel de moeite waard om terug te gaan. Ook het centrum met heel veel info is open en dat is vrij uniek voor ons. Omdat bijna alles nog in de winterslaap is qua toerisme. De gids neemt ons mee naar een steile trap naar het strand. Doordat het laagwater is zijn de kliffen goed zichtbaar. Hij vertelt over de steenkolen mijnen die hier heel lang in productie waren. Hij laat ons ook foto’s zien van begin 1900, niet veel later werkte zijn vader hier ook. De moerasbossen produceerden enorme hoeveelheden organisch materiaal dat in de loop van miljoenen jaren de steenkool afzettingen heeft gecreëerd. Als wij later zelf op het strand lopen is de steenkool nog goed zichtbaar in de kliffenwand. Het zijn allemaal heel dunne lagen die vrij eenvoudig van elkaar los te maken zijn. De laatste mijn niet ver hier vandaan is gesloten in 1980. De mijn was onder de hoogste stand van het water gegraven in de rotsen. Het fossielenbestand omvat soorten die voor het eerst werden gedefinieerd in Joggins, waarvan sommige nergens anders op aarde gevonden zijn. Het was hier dat Sir Charles Lyell, samen met Sir William Dawson, grondlegger van de moderne geologie, tetrapoden ontdekte - amfibieën en reptielen - begraven in de rechtopstaande fossiele bomen. Later werk van Dawson zou het eerste echte reptiel onthullen, Hylonomus lyelli , de voorouder van alle dinosauriërs die 100 miljoen jaar later over de aarde zouden heersen. Dit kleine reptiel dient als het referentiepunt waar dieren eindelijk loskwamen van het water om op het land te leven. Deze evolutionaire mijlpaal die in Joggins is vastgelegd, blijft cruciaal voor het begrijpen van de oorsprong van al het gewervelde leven op het land, inclusief onze eigen soort. Wij horen en lezen nog veel meer in het bezoekerscentrum. Een unieke plek en wij zijn blij dat dit al op 1 mei open is gegaan.
Judith heeft vanmorgen een folder gezien voor een cafetaria in Amherst die heerlijke ijscoups maakt. Wij moeten die kant op dus op naar de cafetaria. Het ligt direct in Downtown Amherst. Wij vinden het vrij snel maar helaas vandaag alleen hightea op reservering i.v.m. Moederdag……   Dat valt tegen. Oh ja gisterenavond onze plannen weer helemaal omgegooid. Wij hebben besloten om niet naar Prince Edward Island te gaan. Omdat alles dicht is en er alleen een bezoek overblijft voor Charlottetown. Daarvoor is de omweg voor dit moment zonde van de tijd en het geld. Brug en Ferry zijn vrij prijzig. In plaats daarvan nemen wij de Sunrise Trail die loopt van Amherst langs de noordkust van Nova Scotia naar Cape Breton Island. Het is een geliefde weg langs de kust voor zonaanbidders. Er zijn veel mooie stranden hier en het water aan de Northumberland Strait is warmer dan de meeste andere plaatsen langs de provinciale kust. Het is wel minder spectaculair dan langs de andere toeristische routes die wij al gedaan hebben. Maar het heeft wel veel mooie baaien en verlaten stranden. Wij hebben een motel geboekt in Tatamagouche met uitzicht op de Tatamagouche Bay. Dit is een van de grotere dorpen op weg naar Pictou.

Wij kunnen koffie en thee maken bij de onbemande receptie. Judith is bezig met het ontbijt en stopt een afbak broodje in de magnetron en loopt naar de receptie voor de drankjes. Ik zit ernaast en ben bezig met dit blog te schrijven. Ik hoor wel een piep maar kijk niet op of om. Als Judith snel de deur binnenkomt, ruik ik pas het verbrande broodje. De rook komt uit de magnetron. Bij de receptie is het brandalarm afgegaan. De kamer staat vol met rook tegelijkertijd. De eigenaren zijn er toevallig ook en die komen direct na Judith ook langs rennen om te kijken waar de brand is. Gelukkig is er geen brand maar wel een verbrand broodje!  Ik ben snel  de badkamer gaan opzoeken omdat ik nog niet aangekleed was. Ik hoor allerlei voetstappen en heen en weer geren, ik weet van niets….! Tot overmaat van ramp moet ik naar de overkant om een nieuw brood te kopen… Gelukkig goed afgelopen had erger gekund.
Voor vertrek maken wij een wandeling langs de Tatamagouche Bay. Het is een pad voor wandelaars, langlaufers, quadrijders en sneeuwscooters. Het is er rustig en wij zien maar een andere wandelaar. Even verderop komen wij bij een oud treinstation met allemaal oude rijtuigen die verhuurd worden als hotelkamer. Wij mogen er een van binnen zien en zowaar het ziet er knus uit.  Wij vertrekken en volgen de kustlijn tot Pictou. De plaats waar de ferry aan en uitvaart naar Prince Edward Island. De stad zelf is totaal niet interessant. Dat zelfde geldt ook voor New Glasgow. Dus maar door naar Antigonish alwaar wij een kamer hebben geboekt in de plaatselijke Universiteit. Het blijkt een heel groot universiteit terrein te zijn met vele prachtige gebouwen. Wij moeten ons melden bij het Governors Hall een statig gebouw met mooie pilaren bij de voordeur. Het is de Summer Course Overnachtingplek voor de studenten. Wij melden ons netjes bij de balie. En krijgen een bij dit gebouw behorende nette kamer. Het grote gebouw aan de overkant is vol met sportactiviteiten. Zoals een zwembad met 50 meter banen, grote fitness ruimte, binnen sporthal voorzien voor o.a. hockey en allerlei andere sporten, gymzalen etc. Allemaal voor ons toegankelijk. Lopend door het universiteit terrein langs een atletiekbaan gaan wij naar het centrum van Antigonish voor ons diner.

Het is even over zevenen als ik het water van het zwembad in ga. Het is er rustig en er zijn maar twee andere personen, maar wel met toezicht van een jongen en een meisje die afwisselend op de trap zitten om op te letten of wij wel doorzwemmen!!! De sport locatie is enorm, allemaal ingesteld voor een hoop studenten. De twee anderen blijken ook geen studenten te zijn, bewoners kunnen een jaarkaart kopen en gebruik maken van faciliteiten, heel verstandig. Als ik terug ben in onze kleine “collegezaal” is Judith al druk het ontbijt aan het maken. Omdat wij geen haast hebben gaat Judith nog een deel kijken van een serie op Netflex. Dik over tienen verlaten wij de campus. Het centrum van Antigonish nog even verder bekeken. Het is er redelijk druk, vermoedelijk mede doordat er gisteren net een graduatie heeft plaats gevonden en er blijkbaar veel ouders op afgekomen zijn. Bij Port Hastings verlaten wij het vasteland van Nova Scotia en rijden naar Cape Breton Island. Die is bereikbaar via de Canso Causeway over een dam door 66 meter diep water. De St. Georges Bay is door die Causeway verbonden met de Chedabucto Bay.
Cape Breton Island het noordelijkste deel van Nova Scotia heeft veel gezichten. Hier zijn de gemengde culturen allemaal aanwezig en goed merkbaar. De Engelse, Franse, Schotse en Acadians. Het landschap heeft veel weg van Scotland, door de vele immigranten in de 18de eeuw vanuit Schotland zijn er ook veel tradities meegegaan naar hier. Wij rijden over de Ceilidh Trail met heuvelachtige akkerlandschap met prachtig uitzicht op de zee. Dit is oud Scots koloniaal gebied, het thuisland van bekende Gaelic muzikanten. In het zomer seizoen zijn er jaarlijks veel traditionele festiviteiten. Wij rijden naar Baddeck zo’n 85 km verder het eiland op. Baddeck is niet al te groot, centraal gelegen op Cape Breton Island, maar het verwierf echter grote bekendheid door Alexander Graham Bell, de uitvinder van de telefoon, die een vakantiehuis hier had. Naast de telefoon heeft Bell nog vele andere uitvindingen op zijn naam staan. Zo vloog hij verder dan de gebroeders Wright en heeft hij diverse medische apparaten op zijn naam staan. Op de plaats van zijn huis werd later een mooi museum gebouwd, waarmee hij nog altijd geëerd wordt. Vanaf hier gaan wij morgen de Cabot Trail  rijden, volgens zeggen de mooiste kustweg ter wereld. Wij zijn benieuwd. Wij verblijven hier op een oude boerderij en wel voor twee nachten.  De eigenaren zijn, hij een Schot en zij een Engelse. Het is heel relax om daar te zijn. Een grote keuken annex zitkamer en ook nog een meer luxe kamer met lekkere banken en een TV. Het is niet druk buiten ons alleen nog een Canadees echtpaar. ‘s Avonds als wij terugrijden van een restaurant in het dorp, loopt er een vos met een vrij groot dier in zijn bek over de weg. Het Canadese echtpaar hebben de vos ook gezien en volgens hun had hij of zij een kat te pakken.


Wij besluiten om al om 07.30 uur te gaan ontbijten beneden in onze eigen zitkamer. Het is gezellig samen met het echtpaar uit Kingston en het wordt dan toch nog negen uur als wij vertrekken. Wij zijn klaar voor de Cabot Trail, die vernoemd is naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger John Cabot, van wie men vermoedt dat hij in 1497 op dit eiland landde vanuit Europa. De route wordt beschouwd als een van 's werelds meest schilderachtige bestemmingen.  De trial vormt een lus rond de noordpunt van het eiland. Glen de man van onze Bed & Breakfast adviseert ons om de ferry te nemen bij Englishtown. Als wij onze Ault Farm Inn BB in Baddeck verlaten rijden wij al direct op de Cabot Trail. De Ferry snijdt een stukje af van de 298 km lange rondrit. Volgens Glen mis je niets alleen maar bomen en die zie je nog genoeg is zijn mededeling. De ferry kost niets omdat het buiten het seizoen is. Dat is dan wel weer een meevaller. Wij varen over de St Ann Bay en bereiken bij Tarbotvale  direct de Atlantische Kust. Vandaar gaat het spektakel pas goed voor ons beginnen. De weg kronkelt zich langs de kustlijn van Cape Breton Island met steile kliffen, met dan weer de diepblauwe oceaan vlak naast je en even later heb je van bovenaf een prachtig overzicht van de kustlijn. Walvissen zijn er het hele jaar door maar je moet geluk hebben om die te zien vanaf de kliffen. Er zijn overal uitzichtpunten. Wandelpaden zijn uitgezet van tien minuten tot 3 á 4 uur, interessant als je meerdere dagen uittrekt voor de route. Een van de eerste interessante punten is de Ingonishe Beach waar een fraai strand is. met name bij eb zie je hier goudgeel zand, met kleine kiezels. Het is verbazingwekkend hoe verschillend de kusten kunnen zijn. Hier aan de oostkant zijn er veel golven en die rollen tegen soms zandstranden en meestal op rotskusten. Zij laten mooie witte schuim koppen achter. Je rijdt voornamelijk langs de kust, waarbij het uitzicht na elke bocht veranderd en heel anders is, de afwisseling is enorm. Ook qua hoogte er zijn verschillende hoge bergen in dit deel van Cape Breton. Wij naderen de ingang van het Nationale Park niemand te bekennen. Wegens Covid geen entree, ja het heeft ook zo zijn voordelen. Het Cape Breton Highlands National Park beslaat uit een oppervlakte van 949 vierkante kilometer en vormt een afgeplat plateau dat door diepe rivierdalen is uitgesneden. Deze wildernis is de thuisbasis van elanden, zwarte beren en Amerikaanse zeearenden. Bijna al de restaurants zijn nog dicht, hotels, motels en overige accommodaties staan op open gaan nog 1 week en 21 mei gaat alles open. Dan is er een lang vrij weekend. Winkels, galerijen zijn incidenteel wel geopend. Wij rijden tegen een achtergrond van een ruige kust, meren en bergtoppen. Als wij bij een van de informatiepunten van de weg af gaan en stoppen merk je de serene rust die zich van je meester maakt. De omgeving is zo vredig en mooi. Dat kan heel anders zijn hebben wij gehoord. Nu zijn wij helemaal alleen maar in het seizoen wordt er soms file gereden. Wij hebben ook geluk het is de hele dag al stralend blauw, de zon geeft schaduwen die het geheel nog magischer maakt.
De volgende interessante stop is om bij Neils Harbour de Cabot Trail een stukje te verlaten en noordelijk te rijden naar White Point, net buiten het nationale park. Wij drinken koffie in de COOP winkel en kopen wat voor onze picknick. Wij vervolgen onze weg die kronkelt door bossen en velden en gaat naar steeds hogere kliffen met een prachtig uitzicht over de South Harbour.            Wij picknicken tussen de oerbossen met prachtige vergezichten over de blauwe gloed van de oceaan. Wij komen bij Cape North weer bij de officiële Cabot Trail maar geen eerst nog rechtsaf verder naar het noorden, wederom een extra lus. Deze afslag die leidt tot de top of the Island is 28 km lang en er staat ongeveer 45 minuten voor oneway. Ons doel is het einde van de weg naar Meat Cove. De weg is inmiddels geen asfalt meer maar een verharde grindweg. Met veel potholes dus voorzichtig aan naar boven rijden. Het is zeker de moeite waard de grillige prehistorische rotsen met littekens van gletsjers en het leefgebied van vele Moose, antilopen, zwarte beren en coyotes. Coyotes blijken regelmatig antilopen maar ook Moose te doden. Als Judith aangeeft eigenlijk niet verder te hoeven draai ik nog een bocht om en groot is onze verbazing de weg eindigt doordat er een huis midden op de weg is gebouwd. Met veel moeite kunnen wij draaien en stoppen een klein stukje terug. Een gebouw met het opschrift COLD BEER trekt onze aandacht. Het blijkt echter tevergeefs. Het blijkt een plek te zijn geweest waar diehards, die trektochten maken hoog de bergen in, konden overnachten en ook wat konden eten. Het is nu in verbouwing. Wij rijden na een interessant gesprek met de timmerman, die duidelijk blij was met ons gesprek, weer terug. Bijna anderhalf uur later pakken wij de draad weer op bij de officiële Cabot Trail. Wij hebben de kust inmiddels verlaten en de weg klimt aardig ver omhoog, sneeuw ligt niet alleen op de tophellingen maar inmiddels ook langs de weg. Ik kan het niet laten even het sneeuw te voelen. Het is inmiddels tegen half vier, het begint wat bewolkt te worden en wij moeten nog een aardig stuk. Wij hebben inmiddels de westzijde van het eiland bereikt en dalen af naar het gemoedelijke vissersdorpje Pleasant Bay, waar het haventje het bedrijvige centrum is. Op de top van een heuvel naast de parkeerplaats van het haventje is er een heerlijke plaats waar wij genieten van het uitzicht over de rimpelloze watermassa. Een heel ander beeld dan de oostkant.
Wij bereiken Chéticamp, dit is een wat grotere plaats met nu wel veel restaurants open. Wij besluiten hier eerst te gaan eten omdat de paar restaurants in Baddeck al vroeg sluiten. Dit blijkt uiteindelijk een wijze beslissing. Het laatste stuk gaf namelijk een onaangename toegift. Er was een omleiding over heel slechte landelijke kleine weggetjes omdat afgelopen winter een brug is weggevaagd door het vele water die uit de bergen naar beneden stroomde. Daarbij kwam dat het ook nog eens slecht werd aangegeven en onze navigatie het doorgebrek van internet weer eens had begeven. Tegen acht uur arriveren wij bij onze BB. Een hele mooi dag met veel mooie landschappen, prachtig weer en veel indrukken en ervaringen rijker. Inderdaad een van de mooiste kustwegen die wij gezien hebben.

Wordt vervolgt

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan van Driel:
    15 mei 2022
    Hebben de Schotten de whisky cultuur niet meegenomen naar Nova Scotia?
  2. Wim deWildt:
    16 mei 2022
    Mooi verhaal Cor
  3. Marianne:
    16 mei 2022
    Wie veel reist heeft veel te vertellen. Wat een verhaal weer. Worden jullie niet moe van het autorijden. Tot wanneer blijven jullie daar eigenlijk, staat mij niet meer bij.
  4. Tiny:
    26 mei 2022
    Zoals je het verteld geloof ik dat dit een prachtige kust is het was interessant groetjes Tiny