2022 - 04/05 (4) CANADA - Montreal, Halifax, Annapolis Royal, Digby, Liverpool & Lunenburg

6 mei 2022 - Lunenburg, Canada

Groot is onze verbazing als wij wakker worden in Magog en ontdekken dat in plaats van 15 cm sneeuw wij al vroeg een strak blauwe lucht hebben. De zon verwarmd de lucht al aardig op. Wij waren van plan om vroeg te vertrekken naar de luchthaven van Montreal uit voorzorg, dat is nu niet meer nodig. Wij openen de trukendoos met opties en besluiten langs het meer Memphtémagog te rijden. Door het mooie weer hebben wij prachtig uitzicht over het meer. Mede doordat de weg slingert door het heuvellandschap. Het gebladerte van de bomen staat op open gaan, een lichte gloed is zichtbaar aan de loofbomen. Zal de lente eindelijk zijn aangebroken hier in Canada? Onze bestemming is de Abdij de Saint-Benoît-du-Lac die bewoont wordt door 27 monniken. Wij zijn op tijd voor de zang die aanvangt om 11 uur. Helaas zijn de monniken allemaal ziek!! Ondanks dat, is het bezoek zeer de moeite waard. Vanaf 1912 bouwden benedictijnse monniken uit Frankrijk dit klooster met uitzicht op het meer. De abdij is later gemoderniseerd en bestaat uit natuurlijke geometrische vormen en maakt gebruik van veelkleurige bakstenen en graniet. De zalen en gangen zijn versierd met gekleurde tegels die glimmen tegen ons op. In de winkel is een grote verscheidenheid aan huisgemaakte producten verkrijgbaar zoals kaas, cider en appelproducten. In de gang naar de kerk wordt de geschiedenis beschreven. De kerk is helaas gesloten vanwege de zieke monniken. Het wordt tijd om door te gaan naar de luchthaven. Wij leveren ons “Maple” in daar en worden opgehaald door Gilles, die wij kennen vanuit Guatemala. Wij zullen drie nachten bij hem logeren in Montréal.  
Gilles woont iets ten noorden van het centrum van de stad. En ligt op loop afstand van het Olympisch Stadion die werd gebouwd voor de Olympische Zomerspelen van 1976. Het is nog steeds een imp-osant gebouw. Wij lopen daar samen naar toe en rondom dit stadion is inmiddels een groot stadspark ontstaan met veel bijzondere tuinen en vijvers. Gilles is donateur van de Chinese tuin in aanleg. Het is de moeite waard om daardoor te wandelen. Verder zijn er ook veel uitbreidingen in aanbouw zoals een museum over insecten er wordt iets moois van gemaakt. Hij heeft kolossale stukken biefstuk ingekocht en kookt voor ons. De helft van het vlees is terug gegaan in de vriezer.

Wij worden wakker in de master bedroom van Gilles, in zijn heerlijke huis met een groot dakterras, wij hebben goed en rustig geslapen. De woon-annex keuken heeft een vide naar de boven zitkamer met een schuifpui naar dat terras. Een fantastische woning maar wij zijn net op tijd. Juist vandaag krijgt hij te horen dat de nieuwe kopers akkoord zijn gegaan met de bouwkundige keuring. Gilles gaat elders in Montréal huren en gaat de ruime verkoopprijs van deze woning o.a. gebruiken voor zijn reis hobby.
Ons eerste doel met Gilles als gids is Mont Royal met een mooi stadspark op een heuvel vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad. Het is toch nog een stukje opwaarts lopen ondanks dat Gilles de auto geparkeerd heeft vrij ver de heuvel op. Helemaal bovenaan staat het Chateau du Mont-Royal voorzien van een kruis, die vanuit de stad goed zichtbaar is en ook s’avonds verlicht wordt. De heuvel die zijn naam aan de stad schonk, is een rustpunt tussen al de huizen van de stad. Het is een geliefde bestemming voor wandelaars, joggers en fietsers. Wij dalen af naar het centrum, er wordt flink gebouwd en niet alleen nieuwe hoge torens maar ook verbouwingen van o.a. oude kerken en kloosters in woningen. Wij arriveren in Downtown en gaan koffiedrinken in een oude bank de “Royal Banque”. Het prachtige plafond en de muurschilderingen even als het interieur zijn ongewijzigd. Een deel wordt nu gebruikt als cafetaria waar veel studenten en nu wat minder toeristen gebruik van maken. Verder hebben zij kleine kantoortjes gecreëerd die individueel gehuurd kunnen worden. Een prachtige idee om oude gebouwen te (her)gebruiken. Wij lopen door naar het plein Place d’Armes waar een van de hoogtepunten staat de Basilique Notre-Dame de Montréal. Er moet entree voor betaald worden maar dat is zeker de moeite waard. Alleen al het vergulde altaar en de houtsnijwerken is een lust voor het oog. Aan hetzelfde plein schuin er tegenover ligt ook de Banque of Montreal. Wij lopen naar binnen, het blijkt heel normaal te zijn dat je als toerist de bank zo maar binnen gaat. Het gebouw stamt uit 1847 en is geïnspireerd op het Pantheon in Rome het heeft een bezienswaardige door 32 marmeren zuilen omringde lobby. Wij lopen langs de keurig op hun beurt wachtende bankbezoekers. De zaken gaan gewoon door hier… Als wij de Rue de St. Jacques door lopen passeren wij vele oude gebouwen en bereiken het  Hotel de Ville ( Het stadhuis wat in Victoriaanse stijl is opgetrokken.) Even verderop is een kleine kapel de Chapelle Notre Dame de Bon Secourse deze lag oorspronkelijk vlak langs het water van de haven. De Saint Lawrence rivier is voor een groot stuk omgeleid inmiddels. De zeelieden werden binnen gelokt alwaar de maagden hun met open armen stonden op te wachten. Binnen in de kapel hangen ook nog ter herinnering schepen aan het plafond die als lampen dienst doen. Terwijl wij hier binnen zijn wordt er geoefend door muzikanten. Dit i.v.m. de afronding van de PhD van de dirigent morgen. Het klinkt heel mooi door de akoestiek. Wij nemen even pauze en nemen plaats op een terrasje in de zon op Place Jacques Cartier voor een biertje met een portie Poultine. Dit is een lokale lekkernij slappe patat overgoten met verschillende saus smaken. Wij hebben er een gegeten met gravy saus. Smaakte goed.
Wij zijn nog niet uitgelopen maar gaan wel weer richting de auto in de Rue Saint Paul, een leuke straat met veel gezellige uithangborden, gaan wij een speciale Inuit winkel binnen gaan met hout- en stenen beeldhouwwerken. Er worden flinke prijzen voor gevraagd en volgens zeggen gaat er een groot deel naar de Inuit persoon die het gemaakt heeft. Op een stukje havengebied is een vrij nieuwe Clock tower gebouwd. Wat ook best interessant is te weten is dat Cirque du Soleil zijn oorsprong heeft hier in Montréal. Er is een vaste plek in de haven waar regelmatig de tenten worden opgezet en het publiek wordt ontvangen.
Redelijk uitgevloerd zijn wij terug bij Gilles thuis.  s’ Avonds gaan wij nog een lokale lekkernij uit proberen en wel Smoked Meat. Het smaakt ook zeer zeker goed, het lijkt een beetje op een mix van repen rosbief met een bacon smaakt.

Wij zijn nog een dag in Montréal en die gebruiken wij om niet in down town rond te lopen. Eerst laat Gilles zien waar hij gaat wonen. Het is nog in verbouwing maar eind Juni zal het klaar zijn. Ziet er mooi uit. Even verderop parkeren wij de auto en lopen door het Plateau Mont-Royal een brede straat in het verlengde van Mont Royal. Het is een gezellige wijk met veel mooie winkels en aparte restaurants. Op veel plekken staan er lange rijen mensen op de stoep voor een restaurant te wachten op hun beurt om binnen te mogen. Ik spreek iemand aan die bijna naar binnen mag. Hij blijkt al bijna 1 uur te wachten om te kunnen brunchen. De stijl van de huizen zijn fotogeniek. Wij lopen op mijn verzoek een paar kleine straten door om de aparte stijl te bewonderen en te fotograferen. Vooral de trappen die voor 90% allemaal buiten het huis lopen. Her en der en kriskras door elkaar zijn er trappen geplaatst in allerlei vormen en materialen voorzien van vele meestal felle kleuren.
Op naar een andere wijk “Mile end”  hier laat Gilles ons een andere traditionele ambacht bewonderen. Het bereiden van Bagels, deze  worden met de hand allemaal een voor een klaargemaakt voordat zij in een soort pizza oven geschoven worden. Het is een traditie die is overgenomen van de Joodse gemeenschap. Wij kopen een paar verse en eten die een straat verder op, op de stoep en besmeerd met Paturain. Een Griekse orthodoxe Kerk is een verplichte foto waard. Zoals gezegd is deze wijk ook door vele Orthodoxe Joden bewoont. Wij komen verschillende gezinnen tegen, geheel in het zwart gekleed en meestal met een groot gezin. De kinderen worden gehersenspoeld en gaan naar aparte scholen. Weer een lange rij maar nu voor een ijs winkel. Onvoorstelbaar hoe gedisciplineerd dit gaat. Wij hebben onze tijd in Montreal behoorlijk gevuld en hebben veel gezien. s’ Avonds bestellen wij tot slot Indiaas eten.

Wij moeten al vroeg op omdat onze vlucht van Montréal Airport al vertrekt om kwart voor tien naar Halifax in Nova Scotia. Het is nog steeds prachtig weer met een strak blauwe lucht. Wij zijn ruim op tijd en het is zeker niet druk. De apparatuur van de scanner is heel krachtig. De metalen klip in de hartklep van Judith wordt ontdekt…..Wij vliegen met een redelijk betrouwbare luchtvaart mij Porter. Het vliegtuig met een kleine 100 stoelen is helemaal vol. Beenruimte perfect, zelfs voor grote mensen geschikt. De vlucht duurt toch nog bijna 2,5 uur en de lucht wordt steeds bewolkter en de temperatuur gaat elk uur met bijna 10 graden omlaag!! Als wij arriveren is het net boven de 5 graden en er staat een straffe wind. Dat is even wennen weer. Onze auto dit maal een kleine Mitsubishi, weliswaar een gloed nieuwe met net 600 km op de teller. Zij heet “Syrup” en maakt onze lokale stroop volledig!!!
De procedure van hoe om te gaan met de navigatie en de simcard hebben wij nu onder de knie en wij kunnen dus snel vertrekken. De tijd is ons ongunstig en onze dag is 1 uur korter. Wij hebben een Motel geboekt in Dartmouth een aangrenzend dorpje bij Halifax. Al met al is het toch al tegen vijven als wij ingecheckt hebben. Het valt allemaal wat tegen slechte buurt tussen industrie, oud gebouw met dito interieur in de kamer. Wel uitgebreid met een oven, magnetron en een broodrooster maar van 20 jaar geleden denk ik. Wij doen het er maar mee en gaan op weg naar Halifax om te eten. Halifax komt ook zeer deprimerend op ons over. Mogelijk heeft het te maken met het weer, de vlucht en het feit dat het zondag is etc. Maar later spreken wij andere toeristen die hetzelfde gevoel hadden. Goed geslapen en ons ontbijtzakje hebben wij zelf maar weer aangevuld met spullen uit de supermarkt. De oude apparatuur werkte wel……

Wederom worden wij verrast door de weergoden. Hoe slecht, koud en winderig het gisteren was des te mooier is het nu. De lucht is op een paar witte wolkjes na bijna rimpelloos blauw. De temperatuur is heerlijk, de wind is vertrokken en wij kunnen ons vest c.q. jas achter in de auto gooien. Wat een genot.
Wij verlaten Halifax noordwaarts over de snelweg 101 richting de Bay of Fundy en de Annapolis Valley. Terwijl wij de eerste kilometers achterons laten leest Judith waar het interessant is om te stoppen. De weg is voorzien van goed asfalt. Bij Windsor nemen wij afslag “Downtown” ondanks dat onze Lonely Planet niets goeds te melden heeft. Al gauw komen wij er achter dat LP weer gelijk heeft. Wij rijden door een straat met welgeteld vijf kerken achter elkaar. De een nog groter dan de andere. Ik heb er één gefotografeerd maar ben maar snel ingestapt bang dat zij mij willen bekeren, is eerder gebeurd volgens mij!!
Onderweg naar Canning een schilderachtig historisch stadje passeren wij een afslag naar het bezoekerscentrum van de Grand Pré National Historic Site. Wij slaan af en arriveren bij een gesloten bezoekerscentrum. Op een picknick tafel vlakbij de parkeerplaats zit een viertal uitgebreid te lunchen. Wij raken in gesprek en worden uitgenodigd deel te nemen om hun lunchvoorraad te helpen opmaken. Het wordt een gezellig samenzijn. Wij horen veel over dit gebied en de historie. Dit gebied in Nova Scotia heette Acadia waar de inheemse bevolking de Mi’kmaq leefden die zich vanaf begin 1600 vermengden met de Fransen. De Fransen konden het goed vinden met de inheemse bevolking. Zij dreven handel en respecteerden elkaar. De Fransen leerden ook veel van hun oude technieken omdat de grond heel vruchtbaar was, mede door de invloed van de hoge getijen van eb en vloed in deze Bay. Die kan variëren van 6 tot 16 meter en er ontstaan hier ook nog steeds om de 6 uur een nieuwe tij. De site herdenkt het bestaan en de teloorgang van het Grand Pré-gebied als een centrum van de Acadische nederzetting van 1682 tot 1755 (Grand Pré betekende grote weide en is een Unesco site.) De deportatie van de Acadians, door de Engelsen begon in 1755 tot 1762.  Achter het bezoekerscentrum is een Memorial Church, die weliswaar ook gesloten is maar een foto waard is. 
Wij rijden door naar Canning, het duurde even om het centrum te vinden maar die was aangenaam en knus. Mooie bloemen die al in bloei staan voor de huizen. Het ene huis nog mooier dan het andere. Wij wandelen wat door de gezellige “winkel” straat.
Onze bedoeling is om het noordelijkste puntje Cape Split van Nova Scotia te bezoeken. Wij passeren eerst nog een prachtig uitzichtpunt als wij arriveren bij de North Mountain bij Cape Blomidon. Wij hebben zicht op de Annapolis valley met zijn boerderijen en de boomgaarden. Boven begint de gemeenschap van vissers van de Bay of Fundy. Cape Split heeft een laatste stuk natuur die alleen per voet te doen is. Wij hebben niet genoeg tijd meer. Wij weten nog niet of wij in Annapolis Royal overnachten of door gaan naar Digby voor twee nachten. Het wordt uiteindelijk een overnachting op beide plaatsen. De BB in Annapolis Royal ligt pracht aan de Annapolis rivier. Een juweeltje maar wel duur. Een prachtige zonnige dag is geëindigd.

Het is nog steeds prachtig zonnig. Volgens zeggen moeten wij er van genieten want morgen is dit over. Wij wachten het maar af. Eindelijk een goed ontbijt, een BB is een betere optie dan de Motels c.q. Hotels met een ontbijt in een zakje. Men maakt m.i. misbruik van de Covid regelingen die nu afgeschaft horen te zijn. Wij vertrekken laat omdat wij wat zakelijke beslommeringen moeten afwerken. Claims bij de autoverhuurder en onduidelijkheden met de Isolatie werkzaamheden eind Mei als wij terug zijn etc. Helaas moet dat ook geregeld worden vanuit Verweggistan.
Uiteindelijk stappen wij in “Syrup” en rijden langs de noordkust van de Bay of Fundy. Het internet is hier slecht en onze navigatie valt ook regelmatig uit. Wat heel lastig is. De dame van de BB heeft ons geïnformeerd over een wilderness trail bij Delog’s Cove. De Toeristeninformaties zijn gek genoeg ook nog allemaal gesloten. Wij vinden de plek en kiezen uit de twee opties voor de “Bohaker trail”. Dit is een wandeling door de kuststrook die langzaam afdaalt naar de kustlijn vol met grote en kleine verschillende vormen basaltstenen. Wij lopen door de bebossing van kale bomen en naaldbomen. Op meerdere plekken loop het water van de verschillende waterstromen van boven over en langs het pad. Wortels van de bomen zijn her en der over het pad verspreid. Klinkt niet leuk maar is wel degelijk een mooie natuurwandeling. Het geluid van het water klinkt als een genot in je oren. Wij lopen langs behoorlijke hoge kliffen en dan weer langs een waterval. De wandeling duurt iets langer dan de geplande één uur. Als wij weer in de auto stappen dan raken wij enigszins verdwaalt omdat er alleen wegen over de berghellingen gaan die niet te berijden zijn met onze passagiersauto. Onze navigatie werkte niet zoals gezegd en de informatie van de enkele bewoners die bij hun prachtige huizen aanwezig zijn geven tegenstrijdige info. Met gevolg dat wij zo’n, 10 á 15 km heen rijden en dan weer terug. Het lukt ons uiteindelijk de juiste weg te pakken om het doolhof te verlaten. Op naar Digby want de dag is al aardig verstreken. Onze BB ligt in het centrum van Digby. Een aantrekkelijk vissersdorp aan de Annapolis Bay, is de thuishaven voor een van de grootste Sint-jakobsschelpen vissersvloten ter wereld. Het is tevens de plaats vanwaar een ferry naar St. John in New Brunswick vaart. De eigenaren in de BB komen uit Zuid Afrika en wij kunnen Afrikaans met elkaar spreken. Door onze Afrikaanse gezamenlijke interesse krijgen wij een mooie grote kamer.

Het beste ontbijt tot nog toe. Alles erop en eraan. Uitgebreid nog even gepraat over Zuid Afrika. Het is nog droog maar er is wel een aardige bewolking op komen zetten. Wij verlaten Digby op weg naar Bear-river, een aardig plaatsje aan de gelijknamige rivier. Het staat bekend als kunstenaarskolonie. Her en der staan oude huizen op de beboste hellingen. Wij maken een korte stop en lopen even langs de rivier en bezoeken de plaatselijk art-galerie en de winkel van Granma en Granpa. Zij zijn een begrip in het dorp en verkopen allerlei producten van eigen grond en verpakken en wekken vele vruchten zelf in. Er is hier nu weinig te beleven in de vallei en wij besluiten niet al te lang te blijven.  Wij gaan door naar het Nationale park Kejimkuijk NP. Het is nog 70 km hier vandaan, wij kiezen voor de scenic route binnendoor. Het is buitengewoon rustig op de weg. Dit is een van de weinige Noord Zuid verbindingen van Nova Scotia. Het Nationale Park heeft een oppervlakte van 380 m2.  Verreweg het grootste deel van dit beboste merenlandschap met vele rivieren, beken en rietmoerassen is uitsluitend te bereiken te voet of per kano. Als wij bij het gesloten toeristencentrum arriveren staan er een vijftiental auto’s geparkeerd. Wij zien niemand. Gelukkig loopt er net een boswachter langs waar wij de broodnodige informatie van kunnen krijgen. Wij willen een wandeling maken, de boswachter adviseert ons de Mill Falls trail te volgen naar de waterval en aansluiten de Beech Grove trail te doen. Zij geeft ons nog aan waar te beginnen. Het is ongeveer 1 km verderop en met bewegwijzering voorzien. De waterval is wederom een succes. De waterstroom in de Mersey rivier gaat met een hoge snelheid over de leistenen bodem. Hierdoor wordt de bodem steeds meer gepolijst en afgesleten met behoorlijke stoomversnellingen ten gevolg door de gevormde gaten. Wij lopen langs en dichtbij de rivier en vervolgens door het bos. Het pad van 2,2 km voert langs een door gletsjers opgestuwde langgerekte heuvel en vervolgens door de dicht beboste oever van de Mersey rivier. Het is wonderbaarlijk stil, af en toe horen wij het geluid van een enkele vogel en verder het geruis van de wind langs de bomen. Deze zijn vol met geel groene mos bekleed. Wij zijn verder niemand tegen gekomen en het begint heel zacht te miezeren. De tijd gaat snel en zo’n anderhalf uur later zitten wij weer in “Syrup”, met het kenteken - GYS 552, op weg naar Liverpool aan de Atlantische Oceaan. Wij hebben nog gevraagd aan dezelfde boswachter, waar wij koffie kunnen drinken. Nee was al snel haar antwoord, dat kan hier nergens. Oh wacht zo’n 30 km verderop in Calendonia bij de Farmacie……. Dat bleek te kloppen, de Farmacie is ook de enige plek langs de hele route die open is. Het is niet alleen een drogisterij, maar ook een kleine supermarkt, bloemenwinkel met een koffiepot achterin. Wij arriveerden voor de verandering een keer vroeg rond vier uur in Liverpool alwaar wij overnachten aan diezelfde rivier de Mersey.

De dag begint met uitslapen omdat al snel blijkt dat het buiten heeft geregend. Gelukkig al droog als wij om elf uur pas vertrekken. Aan de horizon wordt de lucht al weer wat lichter en zo waar wat kleine plekken blauw……Wij lopen eerst nog even door Liverpool om de vuurtoren te bekijken die volgens zeggen interessant is. De wandeling er naar toe en het gesprek met de lokale bezoeker ter plaatse was interessanter. Hij had in zijn jeugd, 21 jaar oud, zo’n ruim 2 jaar gehokt met een Italiaanse van 35 in één van de Bijlmerflats. Zijn ogen glinsterden nog als hij het verteld. Wij horen enkele leuke verhalen.
De huizen in de straat staan allemaal los van elkaar en zijn stuk voor stuk een pracht om te zien. 90% is van hout en het is goed te zien dat zij een rijke historie hebben meegemaakt. Veel hebben echter nu achterstallig onderhoud. Liverpool was voor lange tijd ook een haven van betekenis voordat Halifax en nu Montréal het hebben overgenomen. Vandaag rijden wij maar een kleine 100 km verder langs de Atlantische kust omhoog. Het eerste stuk nemen wij de weg langs de kust maar dat valt wat tegen. Weinig te zien en uiteindelijk als wij eindigen in een dorpje van niets op een doodlopende weg, zien wij een winkel die zo waar open is. Wij zijn nieuwsgierig en gaan naar binnen. Groot was onze verbazing wat er allemaal te koop werd aangeboden. Een zeer grote uitgebreide assortiment van bijna al de artikelen. Menige winkel in welke willekeurige grote toeristische stad zouden kwijlen als zij dit zouden zien.
Op door naar Lunenburg voor onze overnachting. Lunenburg dankt zijn naam aan de Gouverneur Charles Lawrence die Duitse protestanten uit de streek Lüneburg in Duitsland naar Nova Scotia bracht in 1753. Als wij arriveren staat de eigenaar ( uit Vietnam) al op ons te wachten. Gelukkig hebben wij vanmorgen geboekt want hij heeft maar 4 kamers en is fully booked. De kamer heeft uitzicht op de haven en is een van de mooiste tot nog toe hier in Canada. (Ook de duurste.) Het stadje is een toeristisch hoogtepunt en ook niet voor niets door de Unesco tot werelderfgoed  verklaard. Het is een beeldschoon en rustig havenstadje met een lange traditie van visserij, zeevaart en scheepsbouw. In de straat van onze BB is ook een groot aanbod aan galeries, musea en restaurants. Het zijn allemaal straten evenwijdig aan elkaar maar dan allemaal geleidelijk steeds lager tot aan de haven. De huizen zijn fel blauw, geel, rood en groen gekleurd. De meeste versiert met erkers, torentjes en balustrades die tot de kleinste details beschildert zijn. Bijna alles is fotogeniek tot enkele kerken en de academie op de top van de heuvel toe. Wij hebben ons diner op een terras met zicht op de haven en het golfterrein aan de overkant van de baai. De zon schijnt ons in het gezicht en de lucht is inmiddels weer helemaal blauw. Een heerlijke plek met pakweg een temperatuur van 25 graden minstens. Er zijn weinig toeristen nog dus lekker rustig. Wat wil een mens nog meer op zijn vakantie.

Wordt vervolgd


 

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan van Driel:
    8 mei 2022
    Wachtend op een Schots ontbijt in Campbeltown lees ik dit derde reisverhaal
  2. Marga:
    9 mei 2022
    Zo, dat klinkt echt als vakantie. Prachtige foto s. Nog veel plezier.
  3. Marianne:
    9 mei 2022
    Ik word meegevoerd met jullie reis door Canada. Gezellig om te lezen. Geniet er van.
    Liefs Marianne
  4. Tiny:
    21 mei 2022
    Leuk dat jullie bij Gilles zijn geweest. En jullie genieten denk ik van de mooie natuur en de steden
    Het ziet er erg mooi uit groetjes