2018 - 05 (1) ALBANIË - EEN ONGEREPTE UITHOEK VAN DE BALKAN.

18 mei 2018 - Gjirokastër, Albanië

Mijn “rugzak” staat weer ingepakt en ik kan nog een paar uur slapen in ons eigen vertrouwde waterbed.

Ons vertrek loopt niet soepel. De wekker gaat niet af, bij toeval wordt ik wakker om kwart over drie, gelukkig maar één kwartier te laat!! Snel de deur achter ons op slot en ja hoor Amber staat al bij de bushalte op ons te wachten. Op Schiphol is het heel druk, vergelijkbaar met Koningsdag op het Damrak. Wij stappen uit bij terminal 1 maar kunnen daar niet naar binnen, de eerste drie draaideuren blijken (nog) afgesloten. Uiteindelijk binnen moeten wij weer terug naar het begin van hal 1. Daar gaat het in checken wonderwel redelijk snel, ondanks het grote aantal vertrekkende passagiers op dit vroege tijdstip. Na het inchecken stuurt de Transavia grond medewerker ons naar vertrekhal 3 om daar door de douane te gaan. Daar aangekomen wilde een KLM medewerkster ons weer terugsturen…. Gelukkig hebben wij niet naar haar geluisterd, zij blijkt al snel ongelijk te hebben. Na onze marathon stappen wij nog net op tijd het vliegtuig in. Wij zijn opgelucht, tevreden gaan wij zitten. Wat nu, het vliegtuig vertrekt niet! Er blijken nog mensen zoek te zijn en hun bagage moet nu verwijderd worden uit het vliegtuig. Het verbaast ons niet gezien onze eigen ervaring.

Al om kwart over acht s’ morgens staan wij in Tirana bij de autobalie van Budget in afwachting van “Arjan” onze Opel Corsa. Arjan is al wat overjarig en dat is goed af te lezen aan zijn gehavende carrosserie. Hij had niet alleen de nodige schade maar was ook niet helemaal compleet meer dus wordt er gezocht naar een ander familielid! Een collega verhuurbedrijf loste het probleem op.

Klaar om te vertrekken welke route zullen wij nemen? Het wordt tijd om ons daarop te oriënteren.

Twintig jaar geleden was het nog ondenkbaar dat mensen op vakantie gingen naar Albanië. Dit hoofdzakelijk omdat er toen een dictatuur heerste. De dictator die hier jaren geregeerd heeft,  had communistische ideeën. Pas de laatste twee decennia is er enige vorm van democratie.  Een land in opkomst, nog niet overlopen door het toerisme en daarom voor ons nu een reden om te gaan. Ook een arm land, een van de zwakkere broeders van de EEG,  maar met een zeer vriendelijke bevolking. Veel werkloosheid, vaak wil men niet het werk doen wat er is. omdat de lonen erbarmelijk laag zijn.

Het zonnetje schijnt al volop en dat is de laatste tijd volgens zeggen een uitzondering.

Durres is ons eerste doel aan de Adriatische Zee kust, zo’n 30 km van de luchthaven. Deze stad was in de oudheid het handelscentrum, met nog de zichtbare restanten uit die tijd zoals het amfitheater en de stadsmuren. Het is nu de tweede grootste stad van Albanië en heeft de belangrijkste haven. Wij rijden naar de promenade, de boulevard, langs het water. Er wordt flink gerestaureerd en geïnvesteerd hier, de een na de andere (koffie) tent lonkt naar de schaarste toeristen.  De koffie is goed en de prijs valt mee.

Onze bestemming voor vandaag is Berat(i) maar onderweg maken wij een lunchstop in het nationale park Divjaka Karavastaja. Dit park ligt aan de kust ten zuiden van Durres en is een wetland met vele vogels en pelikanen. Judith had gelezen dat je bij "Ali Kali" kan eten zonder zelf je bestelling op te geven. Het eten wordt geserveerd door het personeel rijdend op een paard. Het was maar zo’n 20 km ten westen van de hoofdweg, dus dat lijkt ons wel wat voor onze lunch. Er zijn boardwalks aangelegd over het moeras om te wandelen door de natuur. Wij genieten van de rust en de begroeiing was mooi, één groene waas aan bomen en planten maar geen vogel te bekennen! Daarna op zoek naar Ali Kali, de eerstvolgende afslag was voorzien van twee stenen paarden, dat moet hem zijn. Een ludieke plek. het menu blijkt geheel te bestaan uit gebakken vis en garnalen, aangevuld met een rijk gevulde salade en een soort humus. Judith heeft 3 gebakken vissen en 4 reuzen gamba’s (garnalen) naar binnen gewerkt….. Voldaan stapt zij weer in de auto en ik kijk uit naar het avondeten….

De weg naar Berat is goed geasfalteerd en op enkele plekken na redelijk vlak. Er zijn veel rotondes maar de voorrangsregel is onduidelijk. Volgens mij de brutaalste en/of wie het meeste aandurft gaat eerst!! Veel huizen zijn niet afgebouwd, het heeft hier niets te maken met zoals het elders veel voorkomt of je al wel of geen belasting wil betalen, maar meer uit gebrek aan financiën.

Bij het binnenrijden van Berat passeren wij direct de rivier de Osum, die dwars door de stad stroomt en deze ook in tweeën splitst. Berat is een van de oudste steden van Albanië en stamt al uit de periode 2600 tot 1800 v. Chr.  Het is dus ruim 4.000 jaar oud en is ontsnapt aan de chaotische stedelijke vernieuwing elders hier.  In de 18de eeuw was Berat een van de belangrijkste Albanese steden van het Ottomaanse Rijk. Al snel vinden wij een geschikt hotel, direct in Mangalem één van de twee historische wijken. Nadat wij zijn ingecheckt lopen wij door het centrum. Het komt heel sfeervol over, de schilderachtige straten zijn zeer fotogeniek, het is niet voor niets opgenomen in het Unesco werelderfgoed. Wij lopen langs de rivier naar de andere wijk Gorica, die aan de overkant van de rivier de Osum ligt. De twee wijken zijn verbonden door de fotogenieke stenen brug met zeven bogen. Gorica is de van oorsprong hoofdzakelijk christelijke wijk en Mangalem de islamitische wijk.
Het karakter van de stad symboliseert ook de geschiedenis van Albanië. Een land dat veel bloedige conflicten kende, maar waar religieuze groeperingen ook al lange tijd samenleven.

Wij constateren met eigen ogen waarom Berat de stad van de "Duizend Ramen" wordt genoemd. Al de Ottomaanse huizen hebben veel ramen, soms wel meerdere op een rij die allemaal uitzicht hebben op de Osum rivier. Berat was vooral een stad van ambachtslieden en handelaren. De traditionele woningen met de vele ramen en dus veel daglicht zijn voornamelijk gebouwd in de 18 en 19 eeuw en staan symbool voor het stadsleven op de Balkan in die tijd. Een geslaagde eerste lange dag en wij besluiten vroeg onder de wol te gaan.

Na een goede nachtrust, die wij beiden duidelijk echt nodig hadden, zijn wij klaar voor nieuwe indrukken en uitdagingen. Wij blijven nog een dag hier om alles rustig in ons op te kunnen nemen. De belangrijkste bezienswaardigheid is de aangrenzende vestingstad Kala, beschermt door zijn eigen fort. Deze ligt boven op een rots die uitzicht geeft over de stad Berat. De vestingstad Kala is oorspronkelijk gebouwd in de 4de eeuw voor Chr. maar moest daarna regelmatig worden herbouwd. Binnen de muren van het fort werden in de loop der tijd vele kerken en een paar moskeeën gebouwd. Ons hotel  ligt aan de voet van de circa 240 meter hoge rots. Het is een pittige klim naar boven maar het blijkt zeer de moeite waard. Er wordt flink gewerkt aan deze weg naar boven. Onder de rotsige bodem van de weg  wordt een riolering aangelegd en daarna voorzien van een nieuwe  stenen toplaag. Dit werk wordt uitgevoerd met behulp van graafmachines maar er komt ook nog veel handwerk bij kijken.

Er wonen hier boven nog veel oorspronkelijke bewoners, vaak nog met traditionele kleding. Als wij door de nauwe straatjes slenteren, merk je dat de bewoners nog niet veel buitenlanders gewend zijn. Ondanks de grote culturele rijkdom die hier te zien is, wordt het nog niet overspoeld door toeristen. Dat zal op deze plek helaas wel snel gaan veranderen zodra het toerisme aantrekt. Er zijn inmiddels verschillende kleinschalige hotelletjes en restaurantjes die inspelen op de nieuwe toekomst.

Her en der op de kasteelheuvel zijn een aantal Byzantijnse kerken en ruïnes van enkele moskeeën uit het Ottomaanse tijdperk te bewonderen. Het is redelijk rustig en wij genieten volop om hier rond te lopen en het uitzicht over de omgeving en de stad te bewonderen, het is spectaculair. Het is goed te zien dat er aandacht is voor het verleden door de eigen bevolking. Een groep scholieren vanuit Tirana maken een dagexcursie hiernaar toe. Wij moeten vaak mee poseren op hun foto’s gemaakt met de alom aanwezige mobieltjes. Het is duidelijk een privé school er is geld.

Wij bezoeken het Nationaal Onufri Museum, gevestigd in de Mariakerk. Er hangen topstukken van o.a. de Albanese iconenschilder Onufri. Deze schilder werkte door de hele Balkan en was beroemd door zijn eigen ontworpen rode kleur verf, die hij gebruikte. Er is een grote verzameling hier aanwezig en is zeker, ondanks dat ik niet kunstzinnig ben, de moeite waard om te zien.

De dag is al voor een groot stuk gevorderd de middag is al aangebroken als wij besluiten naar beneden te gaan. De lucht is ongemerkt voorzien van vele donkere wolken en de eerste regen spetters komen allengs naar beneden. Het aarden pad wordt daardoor aardig glad en wij moeten elkaar begeleiden om niet onderuit te gaan. Gelukkig bereiken wij het Etnografische Museum juist voordat de regen in bakken uit de hemel komt vallen. Het museum is gevestigd in een traditioneel Ottomaans huis en geeft een impressie van de leefomstandigheden in de 18e eeuw. Er is veel kleding, werktuigen en voorwerpen uit het dagelijkse leven te zien van de oorspronkelijke bewoners hier.
In de zeventiger jaren tijdens het communistische bewind, werd de stad omgedoopt tot ‘museumstad’. De oude, witte huizen en monumenten,  kerken en moskeeën van Berat bleven zo gelukkig gespaard tegen de socialistische stedelijke planning en overleefde ook de culturele revolutie van het communistische regime. 
Terug naar ons hotel. Door de regen zijn wij verplicht om op ons terras te blijven zitten. Het is geen straf. Wij hebben geen tijd meer om de rest van het stadje te gaan bezichtigen maar de drank verzacht een hoop. Morgen weer een dag.....

De regen was verdreven door een stralende zon. Dat is fijn wakker worden. Wij besluiten de stad te verlaten aangezien wij al de bijzondere plekken hier in Berat wel gezien hebben. Er staat een mooie rit op ons te wachten. Wij rijden voor een deel over de hoofdweg weer terug richting Tirana, om vervolgens af te slaan richting Vlora aan de Adriatische kust. Deze afslag was smal en het wegdek erbarmelijk slecht. Het is een binnenweg die meerdere kleine dorpen doorkruist. Deze shortcut is nodig om op de zuidelijke kustweg te komen die loopt vanaf Vlora naar Saranda in het zuiden.
Vlora is bekend om de volgende twee redenen: De Adriatische Zee gaat hier over in de Ionische Zee en sinds 2004 heeft de stad een totale metamorfose ondergaan. Overal wordt de nieuwbouw uit de grond gestamd, straten en pleinen voorzien van nieuw plaveisel. De kustplaats á la Zandvoort  is geboren. Het ligt fantastisch aan de “Baai van Vlora”. Begin deze eeuw was deze stad nog onveilig vanwege maffia praktijken. Met een grote inbreng van o.a. de Italiaanse onderwereld, vrouwenhandel en piramide spelen etc.
Wij stoppen om een drankje te gaan drinken op een terras met een prachtig zicht op die Baai. Vanaf hier gaat de weg langzaam omhoog de bergen in, wij verliezen ook het zicht op de kustlijn. Er volgt een lange kronkelige weg met veel onoverzichtelijke bochten die smal en verraderlijk zijn. Uiteindelijk komen wij op het hoogste punt van de Llogara Pass ( 1.027 meter). Wij stoppen hier en lopen over de restanten van een afbrokkelende bunker. Het is een van de overblijfsel van het communistische regime, dat ooit aan de macht was in Albanië. Maar hoe lelijk het ook is, het is een perfecte plek vanwaar je een goed uitzicht hebt naar beneden, de ruige ongelijk slingerende kustlijn, is adembenemend. Dit deel van Albanië is een paradijs vind ik, tenminste als je van ongerepte natuur houdt die zich uitstrekt over de hellingen naar beneden tot aan de turquoise, tropisch uitziende Ionische Zee. Wat staat ons nog meer te wachten?
Links van ons zien wij de toppen van het hooggebergte van ruim 2.000 meter. De berghellingen staan vol met pijnboombossen, dennen en essen etc. De bomen zien er perfect uit, dat kan ook niet anders door de invloed van de zuivere lucht hier.

Vanaf hier start de Albanese Riviéra. Het is verrassend hoe snel het klimaat en de flora veranderen. Het wordt langzaam minder groen en de hellingen worden kaler, wij zien steeds meer rotsachtige kliffen en de temperatuur stijgt enorm. Lange strengen witte kiezelstenen langs de turquoise zee met heel weinig menselijke activiteit in de buurt. Het is een van die indrukken die je niet snel zult vergeten. Helaas kunnen foto's de afstand, ruimte, grootsheid en omvang van dit uitzicht niet voldoende weergeven.
Naar het zuiden rijdend laten wij meerdere stranden achter ons zoals Dhermi, Jala en Ghipe. Een van die dorpjes is Palasa, waar Julius Caesar en zijn mannen in het jaar 49 voor Christus aan land gingen om te strijden in het noorden van Albanië. Tegen lunchtijd hebben wij de bodem van de berg bereikt en zijn wij aangekomen bij het lieflijke stadje Himara. Dit dorpje is weggestopt in een baai en omgeven door bergen. Hier zullen wij blijven voor één nacht. Een hotelletje hebben wij snel geregeld aan de boulevard met zicht op de zee. Vanaf ons balkon kunnen wij genieten  van de zonsondergang.

Vrij laat om over negenen verlaten wij Himara met zijn idyllische witte zand/grind strand op weg naar Saranda. Wij vervolgen onze route naar het zuiden verder langs de Riviéra. De weg gaat nog steeds glooiend langs de kustlijn, maar niet meer zo hoog. Zo passeren wij nog menig klein dorpje met de mooiste stranden maar de hotels snakken naar gasten in deze tijd van het jaar. Een stukje verder in Borshi stoppen wij om een kasteel hoog op de berghelling te gaan bezoeken. De weg is echter vol met keien en gaten en dus besluiten wij halverwege niet verder te gaan en om te keren. Maar voordat wij uit Borshi vertrekken, drinken wij koffie in een restaurant omgeven door watervallen. Een heel aparte belevenis. Het water stoomt met een snelheid langs en onder het restaurant door. Vanaf hier is het eiland Corfu goed te zien in Griekenland. 
Net na lunchtijd arriveren wij in Saranda een stad met bijna voortdurend zon, waar het blauw van de zee overgaat in het blauw van de lucht, met een lint van grijze bergen landinwaarts. Wij rijden meteen door naar het hotel welke wij op de site van Booking com hebben zien staan. Wederom geen probleem dat wij niet geboekt hebben. Wij krijgen een van de betere kamers voor een lager bedrag.  Heerlijk zwembad voor de deur maar die bewaren wij voor later. Wij lopen in tien minuten naar het centrum. Er ligt een cruiseschip in de haven en dat is goed merkbaar, de ijsjes zijn gelijk dubbel in prijs. Er liggen nog geen jachten maar dit zal binnenkort wel anders worden. Het land ligt open voor horden toeristen. Er wordt hard gewerkt aan de infrastructuur, menig hotel verrijst of ligt klaar te worden gevuld. Maar het is nu al een toeristische bestemming mede door de interessante excursies die van hier te maken zijn. Het is heerlijk lopen langs de promenade en het strand waar je de typische sfeer van een populaire toeristenattractie voelt. Wij zien ook de eerste bedelaars die hun kans pakken vanwege de aanwezigheid van meerdere toeristen.  De rest van de middag besteden wij aan de rand van het zwembad met een biertje en een heerlijk stukje Hollandse kaas die wij hebben meegebracht.

Wij besluiten vroeg te vertrekken vandaag naar Het Nationaal Park Butrint, zo’n 20 km ten zuiden van Saranda. Butrint is belangrijk vanwege de archeologische, wetenschappelijke en toeristische waarde. Het was eerst een Griekse kolonie, later een Romeinse stad en vervolgens een bisdom en nu ook voor een deel een Unesco werelderfgoed. In de 4de eeuw v. Chr. was het een commercieel en maritiem centrum van de oude wereld.
De betekenis van de naam Butrint zou staan voor “gewonde stier”, gebaseerd op een Griekse mythologische legende waarbij het offeren van een stier op Corfu mislukte. De stier ontsnapte en zwom naar de overkant, het werd opgevat als een teken van de goden en de plaats Butrint wordt daarna door Griekse kolonisten opgericht. 
Als wij aankomen zijn wij de tweede auto op het parkeerterrein, het is een genot om heerlijk rustig aan onze rondwandeling te beginnen. Wij zien vele ruïnes die te voorschijn zijn gehaald uit het bosrijke gebied. Het geheel is ommuurd waarbinnen de mensen woonden. Op de heuvel staat de akropolis, de oude bovenstad. Aan de voet van de akropolis ligt een theater met 1.500 zitplaatsen en een tempel gewijd aan Asklepios, de Griekse god van de geneeskunde. Verder interessant zijn een christelijke basiliek, de Leeuwenpoort, een Romeins forum en het theater. Wij verbazen ons hoe goed alles gerestaureerd is. Tussen de ruïnes in staat water waar verschillende soorten schildpadden in leven zoals de karet-, de leder- en de breedrand schildpad. Het laatst bezoeken wij het kasteel waar in een museum de geschiedenis in beeld wordt gebracht.

Genoeg verdiept in het verleden gaan wij op weg naar het heden en stoppen wij iets noordelijker bij de kustplaats Ksamil.  Het kleine stadje heeft een heerlijk fijn grindstrand. Aangezien ik nog niet in de zee ben geweest wordt het tijd om de zwembroek aan te trekken. Ondanks dat het niet stralend zonnig is vandaag. Het water is iets aan de koude kant maar gelukkig is de temperatuur aangenaam. Verder onderweg naar Gjirokaster nog gestopt bij een waterbron in het karst gebergte, de bron Syri i Kalter (genoemd Blue Eye). Het is een ware toeristische stop maar vanwege het tijdstip al een stuk rustiger. De waterbron ligt in het midden van een prachtig eikenbos. Het water komt onder hoge druk uit de bron en heeft een bijna constante temperatuur van 12 graden Celsius. Het water heeft vooral als de zon er op schijnt een helder diepblauwe kleur door de lichte kleur van het kalksteen op de achtergrond. Het  wordt daarom het Blauwe Oog genoemd omdat het doet denken aan de iris van het menselijk oog. Duikers hebben een diepte van 50 meter bereikt in de bron maar waarschijnlijk is deze nog dieper. Het Blauwe Oog is een apart natuurverschijnsel en een Albanees beschermd natuurmonument. 
Wij zijn aangekomen in Gjirokaster de stad voor onze volgende overnachting.

Foto’s

6 Reacties

  1. Max:
    19 mei 2018
    Zo nog best veel te zien daar heel onverwacht veel plezier daar
  2. Ria Herts:
    19 mei 2018
    Veel komt mij bekend voor. Ja, de natuur is daar echt prachtig en het heldere water in de rivieren!
    Geniet nog!
    Ria
  3. Marianne:
    20 mei 2018
    Wat is het weer genieten voor jullie, zo te lezen. Goed bezig.....
  4. Marga:
    20 mei 2018
    Mooie foto s, veel plezier nog
  5. Jan van Driel:
    20 mei 2018
    Het vakantiegeld voor hapjes en drankjes wordt overmorgen gestort.
    Dat Julius Caesar ook in Albanië was, heb ik gemist in het klassieke gedeelte van mijn middelbare school opleiding.
    Geniet van de historie, het landschappelijke en de restaurantjes!
  6. Gerard:
    22 mei 2018
    Wat een verhaal weer, waar haal je de tijd vandaan.
    Klinkt allemaal wel weer fijn en mooie plekjes.
    Ik heb net met de buren den boottrip over het in richting oost gemaakt.
    Op de boot ook ons mee gebrachte eten genuttigd.
    Geniet ervan.