2014-02 (4) MALEISIË, Orang-oetangs en een rivercruise.

7 februari 2014 - Sepilok, Maleisië

Onze bestemming vandaag is Poring om daar te komen hebben wij twee bussen nodig. Wij hebben besloten om te zorgen dat wij om negen uur bij het busstation zijn om een bus te nemen naar Renau. Dit zijn minibussen en als er 7 personen zijn dan vertrekken deze. Wij hebben ongeveer een half uur moeten wachten wat alleszins redelijk is. Wij verlaten KOTA KINABALU, de rit duurt 2,5 uur wat langer is dan dat wij zelf ingeschat hebben. In Renau is het niet geheel duidelijk waar de lokale bus vertrekt naar Poring, een dorpje wat bekend is voor zijn heet waterbronnen. Uiteindelijk komen wij tot de conclusie dat er geen lokale bus gaat en gaan wij daarom verder met een taxibusje. Deze rit is maar 15 km maar wij hebben daar ook meer dan een half uur voor nodig.
In PORING is het heel druk, de lokale mensen zijn in grote getale aanwezig, niet zo gek het is zaterdag. De doodlopende straat is aan beide zijden vol geparkeerd en de auto’s staan op de weg vast en kunnen geen kant op. De natuur is mooi, het dorp is gelegen in het tropisch regenwoud op de helling van Mount Kinabalu. Wij genieten van de mooie groene omgeving en het uitzicht op de berg die met haar 4.095 meter de hoogste berg van Zuidoost Azië is. Al snel checken wij in bij de eerste de beste Backpacker die wij tegen komen, is ook niet zo gek veel andere keus. De kamer is klein maar schoon en het is toch maar voor één nacht. Er is maar een kleine deken en nog dun ook, verder staat er één fan en dat is alles wat er is. De badkamer stelt ook niets voor, maar wij doen het er wel mee.
Wij gaan op zoek in het dorpje naar de bronnen. Helaas één grote teleurstelling, de heet water bronnen zijn overvol met mensen. Dan praat ik wel, ruwweg ingeschat, over een paar honderd personen, die er bijna allemaal met hun normale kleren in aan het zwemmen of poedelen zijn. Het water ziet er heel vies uit, kan ook bijna niet anders. Wij besluiten om er maar niet in te gaan. Het is zo druk omdat het niet alleen zaterdag is maar ook nog een nationale feestdag. Het restaurant is gelukkig uitstekend waar wij een buffet aantreffen voor de lunch. Als wij s’avonds terug komen zijn wij de enige gasten in het restaurant, de rust is wedergekeerd in dit dorpje. Vlak voor dat wij willen afrekenen trilt het hele restaurant op zijn grondveste. De serveerster, gekleed in een prachtige Chinese jurk, schrikt hier zo van dat zij ons bijna in de armen vliegt. Al snel wordt het duidelijk wat er aan de hand is. Het is gelukkig geen aardbeving, buiten is er een bulldozer bezig een geul te graven. Hij laat een groot rotsblok  vallen vlak naast het restaurant. Ik ga nog kijken om eventueel nu nog te gaan zwemmen. Tot mijn grote verbazing zie ik dat het rotsbad bijna leeg is en weer opnieuw gevuld gaat worden, dit blijkt dagelijks te gebeuren. Ik overweeg om misschien morgenvroeg nog een duik te nemen. Het park ligt immers vlakbij schuin aan de overkant van onze Backpacker. Ik lees nog wat, Judith slaapt en ik kruip er ook in. Gelukkig heb ik nog mijn deken uit het vliegtuig van Turkish Airlines. Het is nog vóór negenen, maar ik heb nog wel wat in te halen van gisterennacht.
 

Wat een nacht rond 12 uur houden wij een gezamenlijke sanitaire stop. Tegen vijf uur worden wij beide wakker van de kou. De twee dunne dekens zijn duidelijk niet voldoende. Om zes uur ben ik er maar uitgegaan en naar de overkant gelopen. Het bad is inmiddels vol en ik bedenk mij niet en hup erin om warm te worden. Dat valt tegen het is koud en het water is duidelijk niet afkomstig uit de hotspring. Gelukkig is er wel een ander bad, die voor driekwart gevuld is met water van ruim 30 graden. Na een tijdje hierin ben ik flink opgewarmd en heb mij nog even afgespoeld in het koude bad. Geheel opgefrist loop ik terug onze Backpacker. Judith is er inmiddels ook uit. Zij is al bezig om ons eigen ontbijt voor te bereiden. Met een warme kop thee komt Judith ook op temperatuur. Wij zijn klaar voor ons taxibusje, die achteraf een wegpiraat blijkt te zijn. Om precies acht uur komt hij aanrijden en verlaten wij PORING  wat toch niet heeft gebracht van wat wij er van hadden verwacht. Een half uurtje later worden wij redelijk door elkaar geschud afgeleverd bij de bushalte in Renau, voor onze bus door naar Sandakan. Tegen negenen arriveert de doorgaande bus bij de halte, de bus is om zeven uur vertrokken uit Kota Kinabalu. Er zijn maar een paar plaatsen vrij, hij zit nagenoeg vol. Wij hebben geluk en kunnen er gelukkig nog wel in. Nou ja gelukkig… wij zitten achterin vlak voor de toilet, dat is ook goed te ruiken! De onaangename geur komt door de airconditioner roosters naar binnen. Driekwart van de passagiers liggen te slapen, de meeste gordijnen zijn helemaal of  half dicht. Wij rijden weer door een heel groen gedeelte. De bergen nemen eerst nog in aantal en hoogte toe maar halverwege onze rit verlaten wij de uitlopers van het NP Mount Kinabalu. De bus rijdt behoorlijk hard en haalt menige personenauto in ondanks de alsmaar slingerende bergweg. De palmbomen hebben weer voor een groot stuk het oorspronkelijke regenwoud verdrongen. Na één tussenstop rijden wij verder in een stuk door naar SANDAKAN. Tegen tweeën zijn wij gearriveerd bij het busstation, volgens de chauffeur het eindpunt. Buiten blijkt al snel dat wij nog helemaal niet in het centrum zijn, maar aan de rand van de stad. Gelukkig stopt er een soort taxibusje en voor een paar ringitts kunnen wij door. Deze doet er nog ruim 20 minuten over het centrum te bereiken. Een goed hotel is weer snel gevonden. Sandakan is een havenstad gelegen aan de Sulu zee. Zowel de haven als de stad zijn de op een na grootste van Sabah. De stad groeide in het verleden uit tot deze redelijke omvang vanwege de houtkap en heeft nu zo'n 400.000 inwoners. De haven is belangrijk voor palmolie, tabak, sago, cacao, koffie en tal van andere exportproducten. Wij wandelen wat rond en verkennen het centrum en de boulevard waar de nodige gezelligheid heerst. Veel terrasjes zijn redelijk bezet, ondanks dat het weer zo midden in de moesson tijd te wensen overlaat. De stad zelf stelt niet zo veel voor maar is vooral een startpunt voor mooie avonturen in de omgeving. Amber en Melody zijn hier vorig jaar ook geweest en hebben een riviertocht gemaakt. Wij proberen via hun te achterhalen het email adres en/of telefoonnummer van hun contactpersoon. Krijgen vandaag of morgen van Amber dit hopelijk te horen. Ook wij nemen plaats op een terrasje en vermaken ons met een hapje en een drankje, alvorens wij terug gaan naar ons hotel.

 

Weer gelukkig een uitstekende nacht gehad met een goed bed en een schone kamer. Ook een positief  bericht gekregen van Amber, zij heeft het telefoonnummer kunnen achterhalen van haar contact in Kota Kinabatangan. Nu kunnen wij onze planning en riviertocht definitief maken voor de komende 3 dagen / 2 nachten. Na wat telefonisch overleg hebben wij een voorlopige akkoord gegeven aan de vrienden van Amber. Als wij later beneden komen in de lobby van ons hotel zien wij een folder van een reisbureau voor alléén transport voor 60 RM p.p. Dat sluit mooi aan bij onze plannen om het verder zelf te regelen met ons contact van Amber. Dat scheelt ons een hoop geregel en een heleboel tijd. Dus gaan wij op weg naar het reisbureau, na overleg daar verandert het echter weer compleet. Zij bieden ook een complete reis aan, die ons aanspreekt, en na wat flinke onderhandelingen gaat er ook een behoorlijk groot bedrag af van de  oorspronkelijke reissom. Die is het dus ook geworden en Amber’s contact afgebeld. Verder geeft de persoon in het reisbureau ons een folder met een mooie wandeling door de stad, met als hoogtepunt een mooi uitzicht over de haven en de stad vanaf een heuvel. Boven op de heuvel ligt een Engelse Tea Garden, waar wij heerlijk onder de schaduw van een grote boom hebben geluncht. Judith kan de aanbieding op tafel niet weerstaan en besteld de scones met jam en slagroom, maar als rechtgeaarde Engelse echter zonder Thee…… Door het uitzicht vanaf deze plek kan ik mij best voorstellen dat dit ooit de hoofdstad van Sabah was. Tijdens de 2e wereldoorlog hebben de geallieerden de hele stad, die ingenomen was door de Japanners, plat gebombardeerd. Er zijn hier ook heel veel Australische soldaten  gesneuveld. Later vervolgen wij onze wandeling en dalen weer af naar het centrum. Wij bezoeken o.a. enkele Chinese tempels, een ervan is de oudste van Maleisië. Verder zien wij de St. Michael's en All Angels Church of kortweg St. Michael. Het is een Anglicaanse kerk en is de oudste stenen kerk in Sabah. 
Wij zijn weer terug bij de haven bij ons terrasje van gisteren al snel hebben wij een fles Carlsberg soldaat gemaakt. Wij hebben zicht op de blauwgroene Baai van Sandakan die vol ligt met boten, die af en aan varen van de nabij gelegen eilandjes. Dit is de plek waar vroeger de onderhandelingen plaats vonden tussen de Duitse, Arabisch en Indiase handelaren samen met parelduikers en Nederlandse en Chinese kolonisten. Voor het eten gaan wij nog even terug naar onze hotelkamer om het een en ander te regelen. Wij boeken een hotel voor 2 nachten in Sepilok en een hotel voor 4 nachten in Bali. Ja regelen gaat dagelijks door! Op weg naar ons restaurant worden wij weer getrakteerd op een drakendans. Deze doet niet veel onder aan de dans in Kota Kinabalu. Ik geniet van een heerlijke massage, dat was lang geleden. Aansluitend zoek ik vroeg mijn bedje op waar Judith al ligt te slapen.

 

Wij hebben een relaxte start van de dag, ontbijtje op bed. Ons eerste doel is vandaag  “Kampung Buli Sim Sim”. Dit waterdorpje is op hoge stelten gebouwd aan de kust en is te bereiken via een houten steiger. Het bezoek aan dit dorpje geeft ons een kijkje in het leven van de lokale vissers en hun families. Het dorpje is in 1979 opgericht en was het oorspronkelijke Sandakan. Aansluitend bezoeken wij een vismarkt. Er wordt heel wat vis binnengebracht en er gaan hele grote partijen rechtstreeks in koelboxen om direct verstuurd te worden “all over the World”. Het zijn hoofdzakelijk garnalen van zo’n 15 cm groot en die  leveren goud geld op. Het ziet er allemaal vrij geordend en schoon uit, veel diversen soorten gaan van hand tot hand. Van al die vis hebben wij op een gegeven moment genoeg en gaan op weg naar het Sheraton hotel voor een milkshake en een gebakje. Beide waren gisteren zo lekker en dus voor herhaling vatbaar. En passant bezoeken wij ook even de Sandakan Central Market en maken kennis met de talloze kleurrijke en geurvolle producten. Er wordt van alles verkocht onder andere kleding, eten, drinken, kruiden, souvenirs, elektronica en nog veel meer. Het is hier benauwd gezellig en druk en heeft een gezellige sfeer. Terug naar ons hotel in afwachting van ons transport naar de natuur. Voor wij uitchecken gaan wij nog even naar de 13de verdieping waar een zwembad is maar ook met een mooi panorama uitzicht over de boulevard en de haven.
Om halfeen zullen wij worden opgehaald dan moeten wij hebben geluncht, KFC om de hoek is een optie. Kan mijn ogen niet geloven hoe druk het daar is. Een lange rij, met maar een paar toeristen, wachten geduldig tot zij aan de beurt zijn. Ruim een kwartier later geniet ik van een heerlijk stuk lekker gekruide kip en Judith van een salade. De Nissan coaster is maar twintig minuten te laat, comfortabel met 7 andere toeristen gaan wij op weg.
Bij het verlaten van SANDAKAN rijden wij al snel op de hoofdweg naar het zuiden. Het zijn een en al palmolie plantages links en rechts van de weg. De oorspronkelijke begroeiing is verdwenen. Grote Multinationals kopen de lokale bevolking om. De grote winsten verdwijnen in de zaken van buitenlanders, palmolie wordt in ontzettend veel producten gebruikt. Het is begrijpelijk dat de lokale bevolking meewerkt. Zij worden minimaal betaald, maar dat is toch nog een stuk meer dan dat zij zelf kunnen verdienen aan bananen, cacao etc. De werkzaamheden zijn vervolgens ook een stuk minder voor hun. Helaas gaat het ten koste van de prachtige natuur en klimaat! Veel beesten verliezen hun leefgebied en dreigen uit te sterven. Afval van de palmolie verdwijnt in het grondwater en bedreigt de bevolking en de beesten. Opbrengsten van de houtkap en de palmolie vloeit rijkelijk hoofdzakelijk richting China maar ook andere westerse landen. Zodra wij de hoofdweg verlaten wordt de natuur alsmaar mooier. De jungle bestaat nog…..voor hoelang? Twee en half uur later arriveren wij bij de Backpacker in SUKAU gelegen midden in het regenwoud aan de Kinabatangan rivier. Wij worden opgewacht door onze gids die ons verzoekt de bagage te stallen in de kamer en daarna ons meteen klaar te maken voor onze eerste riviercruise. Er is nog net tijd voor een kopje koffie of thee, die klaar staat. De zon schijnt volop over het zandkleurige rivierwater. Het water is zeer rustig en stroomt richting de Sulu Zee. Het is heel ontspannen om langs de oever te varen met zicht op de jungle. Een varaan van een halve meter zien wij direct bij de vertreksteiger, even later ook een krokodil van wel zo’n vier meter lang. Zo’n lengte is vrij uniek, volgens onze gids, omdat er maar 900 á 1000 krokodillen leven in de totale rivier van 560 km. Het is redelijk warm zo in de brandend zonnetje en er waait geen zuchtje wind. Wij spotten onze eerste dieren. Heel veel makaken en neusapen, hagedisachtige, verschillende soorten vogels zoals Hornbills (neushoorn), Snake birds (slangenhals) en Kingfishers (ijs)vogels en nog veel meer maar helaas nog geen Orang-oetan. Het zicht wordt wat beter doordat de zon laag achter de bomen verdwijnt.
Terug voor ons diner, simpel maar lekker, rijst met verse tonijn heerlijk gekruid. Wij kunnen wat relaxen voordat wij weer de boot in gaan voor de night cruise. Bewapend met twee grote lampen varen wij weg. Wat zij allemaal zien is ongehoord. Een uil, diversen apen, vijf prachtig getekend en gekleurde vogels op een rijtje op een tak. Deze kunnen wij van heel dichtbij bekijken omdat zij slapen. Verder verschillende soorten Kingfishers en nog wat andere kleine dieren zoals spinnen en kikkers. Een mooie start van een paar dagen aan de rivier. Onze kamer is ruim, schoon en voorzien van een fan. Hier houden wij het wel twee nachten uit.


 

De wekker gaat af om kwart over vijf. Vertrek staat gepland voor zes uur. Het is nog donker en het wordt langzaam lichter, een grauwe sluier waterdamp staat boven de jungle. Het geeft een prachtig uitzicht vanaf  het water. Het rivierwater is rimpelloos tot dat er een bootje voorbij vaart met 2 passagiers. Wij zijn dus niet de eersten. Even verderop varen wij een zijrivier op die niet breder is dan een meter of vijf. Wat een rust en de geluiden zijn adembenemend. Al snel zien wij diverse apen die juist wakker worden van hun nachtrust. Zij steken mooi af tegen de inmiddels blauw gekleurde lucht. Er vliegen diverse soorten gekleurde neushoorn vogels over. De slangenhals vogel vliegt regelmatig op van de boomstammen als wij aankomen varen. Wij varen heel langzaam zodat je de motor van de boot amper hoort. Aan de overkant van de rivier horen wij plots een fel gekrijs. De gids geeft aan dat dit de luide oproep is van de rood bladige mannetjes apen om hun territorium te verdedigen tegen indringers en hun rivalen daarmee te waarschuwen. Deze aapsoort is endemisch in de jungle van Indonesisch en Maleisisch Borneo en ontlenen hun naam aan het weelderige oerwoudgebladerte dat het grootste deel van hun dieet vormt. Naast bladeren consumeren zij ook grote hoeveelheden zaden en bloemen. Zij hebben brede, donker gekleurde gezichten met brede, expressieve ogen. Er zijn meerdere soorten te onderscheiden door hun mooie ruige bonte vacht in verschillende kleuren o.a. kastanjebruin, zilvergrijs etc. en hebben bovendien een lange staart.
Gelukkig zien wij vlak voordat wij aankomen nog twee otters lopen in de modderige kant van de rivier. Mooie beesten en best wel spectaculair. Voldaan gaan wij terug. Wij hebben in totaal nu vijf soorten apen gezien: Neusapen, Bladapen, Langoeren en twee soorten Makaken. Tijd voor een lekker ontbijtje als wij terug komen staat die gelukkig klaar, vrij uitgebreid incl. gebakken ei. 
Niet al te veel later begint onze jungle wandeling. Deze valt een klein beetje tegen omdat wij niet ver genoeg de jungle in gaan, zien wij ook niet zo veel dieren. De gids vertelt dat zij zich aan een bepaalde zone moeten houden waar ze mogen komen en de rest is alleen toegankelijk voor onderzoekers en/of andere organisaties. Het pad is nog al modderig en gaat glooiend op en neer. De natuur is wel mooi, voor zover je die kan bekijken, omdat je constant de grond in de gaten moet houden waar je loopt. De gids is duidelijk ook niet zo gecharmeerd van de wandeling en zit duidelijk liever in de boot. De zone blijkt niet al te groot te zijn en doorweekt van de klamme vochtige lucht in het regenwoud komen wij weer te voorschijn op de normale weg. Op weg terug naar onze Backpacker.
Tijd voor ons zelf, relaxen, douchen, lunchen en verder genieten van de omgeving en de atmosfeer. De tuin biedt daar voldoende gelegenheid voor om daar invulling aan te geven. Ook dat is weer uitstekend.
Het volgende programma onderdeel is de vierde riviercruise van ongeveer 2,5 uur , wij  hoeven ons pas weer om 16.00 uur te melden voor vertrek. Wij varen nu stroomafwaarts en verwachten eigenlijk niets meer, Nou dat wordt even anders. Allereerst is de begroeiing aan deze zijde van de rivier veel ruiger doordat de jungle oever veelal bestaat uit rotsen en diversen boomsoorten die in hoogte nog al verschillen. Uiteraard zien wij weer veel dezelfde soorten vogels en apen. Tot dat wij getrakteerd worden op een python in een boomtak net boven het water. Weliswaar nog een vrij jong beest van ongeveer één meter terwijl een volwassen python wel tien meter kan worden. Halverwege onze tocht zien wij vrij onverwachts een orang-oetang vrouwtje met een baby van een paar dagen oud. In een boom aan de rand van het water. Omdat zij nog vermoeid is van de bevalling verplaatst zij zich nog heel langzaam en kunnen wij haar goed zien. Normaal zie je Orang-oetans haast niet en zo wel dan verdwijnen zij weer vrij snel in het stuikgewas. Wat een enorm beest en wat een geluk hebben wij. De rest van de tocht kan niet meer stuk. Diner staat al weer klaar.
Wij worden uitgenodigd voor een extra night walk. Buiten wat spinnen en een uniek nachtaapje genaamd spookdier (Western Tarsier) levert die alleen modderige schoenen en een bezweet shirt op. De wandelingen s’avonds zowel als overdag vallen dus beide een beetje tegen, maar gelukkig maken de boottochten alles goed. Voldaan terug naar onze kamer waar wij het restant van onze fles rum hebben opgemaakt met cola. Terwijl wij nagenieten van onze ervaringen hier, helpt de drank hier ook een klein beetja aan mee aan ons voldaan gevoel. 

 

Wij hoeven vandaag niet vroeg op gelukkig, vertrek staat gepland voor half negen. Na het ontbijt staat de chauffeuse al klaar om te vertrekken en verzoekt ons om in te stappen. Achteraf blijkt dat zij voor vier van onze passagiers hun aansluitende bus naar Tawau heeft geregeld. Halverwege op de afslag vanaf SUKAU met de hoofdweg staat de expres bus uit Sandakan al op hun te wachten. Dat hebben zij goed geregeld.
Wij gaan door naar SEPILOK wat zo’n 25 km van Sandakan af ligt en dat is nog ruim een uur verder. Om half elf arriveren wij bij Sepilok Jungle Resort en kunnen meteen inchecken. De opzet van de locatie is heel mooi en omgeven door allerlei bomen. De kamers liggen tussen verschillende meertjes en zijn bereikbaar via plankiers en bruggetjes. De dame bij de receptie is lyrisch over de plek en vertelt dat er soms een orang-oetang te zien is in de bomen. Het ziet er inderdaad heel mooi uit en is voorzien van een zwembad wat blaakt in de zon.
De kamer is goed maar helaas een beetje donker. Al snel blijkt dat aan de keuken niets ontbreekt en zij heerlijk gerechten serveren die niet duur zijn. Na de lunch besluiten wij om naar het Sun Bear Conservation Centre te gaan wat hier vlakbij ligt. Dit centrum is opgezet om te trachten deze berensoort te redden van de ondergang. Maleisische zonberen komen alleen voor in Zuidoost Azië en is een bedreigde diersoort. De voornaamste redenen dat zij op uitsterven staan is het “verlies van hun leefgebied.” Dit wordt veroorzaakt door de ontwikkeling van plantages, illegale houtkap en de grootschalige omschakeling van bos naar oliepalm of andere marktgewassen.
De  “illegale jacht” op delen van de beren zoals hun galblaas (voor gebruik in de Chinese volksgeneeskunde) en berenpoten (als dure delicatesse). In China en Vietnam wordt gal van deze beren gemolken terwijl ze nog leven. Zonberen zijn de kleinste soort beren ter wereld en hun welpen worden als ongelooflijk schattig beschouwd . Als zodanig vindt er “veel stroperij” plaats om jonge welpen te bemachtigen voor de handel in huisdieren. De moeder wordt gedood en de welpen wordt uit het wild gehaald en gewoonlijk met onvoldoende zorg in kleine kooien gehouden.
De zonberen leven hier in de tropische laaglandbossen en zijn voornamelijk overdag actief en overwinteren niet, maar bouwen nesten in bomen om in te slapen. Ze zijn alleseters en eten voornamelijk ongewervelde dieren, fruit en honing. Met hun lange tong van ruim 20 cm eten zij de honing uit bijenkorven en uit boomstammen, nadat zij die hebben open gescheurd met hun scherpte nagels om de honing binnenin te bereiken.
Bij aankomst van het centrum worden wij aangenaam verrast doordat AOW’ers gratis entree hebben. Wij hebben hier met wisselend succes bijna twee uur rondgelopen, ons geld hebben wij er dus wel uitgehaald zo!! Wij blijven overal wat langer staan en zijn soms de enige bezoekers en dat is fantastisch dan komen de beren wat dichtbij. Om twee uur is het voedertijd en krijgen kokosnoten. Met hun vlijmscherpe nagels trekken zij, geholpen door hun tanden, de kokosnoten open. De zonberen worden hier opgevangen, meestal zijn dat beren die te groot zijn geworden bij particulieren en dus worden afgedankt als huisdier. Zij streven er naar om, indien mogelijk, zoveel mogelijk beesten weer uit te zetten in het wild. Meerdere malen worden wij en de beren gestoord door grotere groepen bezoekers, die zo’n herrie maken dat de beren verdwijnen in het struikgewas en dat is jammer. Het diner is lekker maar het bier is helaas wat duur. Nu wat lezen en dan het voorbeeld van Judith volgen, slapen.

 

Vandaag op weg naar onze andere buurman het “Sepilok Orang Utan Rehabilitation Centre” dit is een reservaat waar orang-oetans, die in gevangenschap hebben geleefd of als wees gevonden zijn, worden opgevangen. Het is geopend in 1964 en is circa 40 vierkante kilometer groot. Om negen uur zijn wij aanwezig op tijd om een film te zien. De film is gemaakt door een Engelse sponsor en geeft een goed beeld van wat er allemaal gebeurd in het centrum. Het is ook heel ontroerend te zien hoe de kleine Orang-oetangs aan elkaar klitten. Vertederend is het om een verzorger te zien met een kruiwagen vol met wel acht jonge beesten erin. Er zijn verhoogde looppaden gemaakt voor de bezoekers en beneden op de begane grond is er een platform gebouwd waar de Orang-oetangs kunnen samenkomen om te chillen en waar zij op twee vaste tijden ook bijvoeding krijgen. Zij leven hier in dit afgebakende deel van het oerwoud waar zij hun eigen voedsel kunnen zoeken. Lang niet altijd komen de Orang-oetans dan ook te voorschijn voor de bijvoeding. Er wordt in verschillende fases aangewerkt om hun te laten wennen aan hun normale leefomstandigheden. Zodat zij uiteindelijk weer zelfstandig terug kunnen keren in het oerwoud. Het is vandaag gelukkig niet zo druk, ongeveer dertig bezoekers verzamelen zich samen met ons op de plek om het bijvoeren gade te slaan. Omdat wij ook vlakbij dit centrum verblijven zagen wij gisteren dat het heel druk was. Bussen vol met wel 100 á 200 mensen erin kwamen zo rechtstreeks van een cruise schip, die afgemeerd lag in Sandakan. Vandaag dus een stuk beter en tijdens de voeding zijn er drie Orang-oetangs. Het is heel enerverend de beesten te observeren. Er komen ook een heleboel longtail en pigtail makaken op het eten af. Zodra de medewerker van het centrum, na ruim een half uur vertrekt met z’n lege bak, gaan de beesten er ook vandoor. Wij blijven wat langer ter plaatse op een bankje zitten om het e.e.a. te lezen. Het is heerlijk rustig op deze plek en wij zijn een met de natuur. Wij horen wat ritselen en zowaar er komt er een terug ( Zen is zijn naam horen wij later) en die komt via allerlei bomen dichterbij en bij ons naar beneden. Wij zijn nog maar met twee andere mensen en twee bewakers. Dit is heel speciaal en wij zijn uitzinnig van blijdschap dat wij dit zo mooi kunnen beleven. Het is een fantastische ervaring om oog in oog te staan met de “mens van het woud”. Zen is zo dichtbij waardoor wij mooie opnamen kunnen maken, maar bovenal kunnen genieten van dit bijzondere beest. Het is nog een heel jong beest en heel speels.
Wij hebben daarna nog een stuk van een trail gelopen door de jungle. Onderweg ontmoette wij een Colombiaanse dame van rond de dertig en hebben met haar een tijdje samen opgelopen. Zij was heel spraakzaam en dus een aangenaam persoon om mee te wandelen. Midden op de dag moet je het park verlaten en is het “Quality time”  voor de beesten. Wij gaan ook terug naar ons resort om lekker af te koelen in het zwembad. Hier kunnen wij heerlijk relaxen genieten van de natuur, de rust, de vogelgeluiden en het water. Met de ogen dicht wordt ik gehypnotiseerd door de kakelende roep van de grote neushoornvogel en het zachte geritsel van de dode bladeren die uit de bomen om mij heen naar beneden dwarrelen. Dit alles tezamen met een hapje en een drankje. Tegen drieën gaan wij weer even terug en hetzelfde tafereel speelt zich af. Nadat driekwart van de mensen zijn vertrokken, na de bijvoeding komen de Orang-oetans weer terug maar nu met meerdere. Onder aanvoering van Zen komen zij weer naar ons toe. Ook de Colombiaanse is er weer en zij is heel blij dat wij haar dit hebben verteld.
Het park gaat sluiten. Op de valreep ga ik nog even snel met haar naar het park met de Sun Bears. Officieel staat deze ook op sluitingstijd, maar een snelle blik onder begeleiding van mij wordt toegestaan. Dit levert ons een uitnodiging op van haar om haar op te zoeken in Bogota. Vol enthousiasme geeft zij een mailadres op, met de mededeling altijd welkom. Een mailadres omdat zij inmiddels al enkele maanden op reis is en geen vaste verblijfplaats meer heeft daar in Bogota nu…….
De dag verder opgevuld met het zwembad. Ik vat de slaap met het cicade-achtige gezang van de boomkikkers op de achtergrond. Morgen gaan wij Maleisië verlaten.

Wordt vervolgd.

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan van Driel:
    28 februari 2021
    Het verhaal roept in deze Corona tijd ook bij weer mooie herinneringen op aan een rivier tocht van een paar dagen door hetzelfde gebied.
  2. Jan en Marion:
    28 februari 2021
    Weer een goed verhaal en mooie foto’s
  3. Marianne:
    28 februari 2021
    Wat een belevenissen weer en wat een prachtige apen. Lijkt mij wel gevaarlijk om zo dicht bij al die wilde dieren te zijn. Eng....zou niet echt iets voor mij zijn . Alleen ook al die spin, brrrrr. Erg mooi beschreven allemaal.
  4. Gerard:
    5 maart 2021
    Wat een reisgenot vanuit de luie stoel.
    Ga zo door m,n jong.