2014-01 (3) MALEISIË, Op naar Borneo

31 januari 2014 - Kota Kinabalu, Maleisië

Beste belangstellende sorry, het heeft even geduurd. Ondanks de voortschrijdende Corona lockdown had ik geen tijd om verder mijn reis uit te werken van 2014. Dagen vliegen voorbij het is inmiddels 8 febr.2021, maar nu is het weer zo ver. Hopelijk is de inhoud weer interessant genoeg! Ik heb tussendoor zicht vanuit mijn kantoortje op een prachtig wit winterlandschap bij mij achter. De sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden op zoek naar hun witte soortgenoten op het verdwenen groene gras. Ook dit is genieten!

Het wordt weer tijd om KUALA LUMPUR te verlaten wat op het Maleisisch schiereiland ligt. Wij vliegen naar het Maleisische deel Borneo, wat ligt op het eiland Kalimantan. Dit eiland wordt gedeeld door Maleisië en Indonesië. Deze twee delen van Maleisië worden gescheiden door de Zuid-Chinese Zee. 
Wij moeten wederom vroeg op omdat wij onze privé (taxi) chauffeur hebben gevraagd voor te rijden om 06.30 uur. En ja hoor, als wij beneden komen staat hij al voor de deur. De luchthaven voor vluchten van Air Asia is nog 14 km verder dan de twee andere ons al bekende luchthavens. Het inchecken gaat vrij soepel, behalve bij het scannen van de in te checken bagage, ik moet de “aansteker” uit mijn toilettas laten zien. Zeer explosief…!! Nadat ik heb verklaard dat ik er maar eentje heb, mag mijn rugzak door met een goedkeuringssticker. Naar de handbagage wordt amper gekeken. Twee uur later lopen wij in het centrum van KUCHING, de hoofdstad van de staat Sarawak. Maleisische Borneo bestaat uit twee staten Sarawak en Sabah. De grootste staat van Maleisië, Sarawak, beslaat een uitgestrekt gebied op het eiland Borneo en staat bekend om zijn grotten, vele tropische regenwouden en nationale parken met het echte “wildlife” met o.a. Orang Oetangs, Neusapen etc. verder de nodige traditionele bergstammen o.a. voormalige koppensnellers en de “White Rajahs”. (Zie de onderstaande toelichting van de ietwat controversiële Brooke-dynastie die 105 jaar regeerde in Borneo als de White Rajahs.)
Afgezien van de historische allure, is Kuching ook een behoorlijke smeltkroes van etnische groepen, culturen en religies. Chinese, Indiase en Europese culturen doen hun intreden en vermengden zich met de inheemse bevolking die zo de samenleving in Maleisië vormt. Het grootste deel van de bevolking is islamitisch, maar ook wonen er relatief veel boeddhisten. 
Zodoende vindt je in deze kleine stad een mix van tempels, moskeeën en kerken. De oudste taoïstische tempel van Sarawak, Tua Pek Kong, dateert uit 1839, terwijl de grote roze en gouden Kuching-moskee in de buurt van moderne kerken staat. De Main Bazaar, de oudste straat van Kuching, omhelst de waterkant die zich uitstrekt langs de zuidelijke oever van de Sarawak rivier. De wijk Main Bazaar, vormt de ziel van de stad, en bestaat uit de nog bewaard gebleven 19e-eeuwse Chinese winkelpanden, die worden bewoond door kooplieden.  Antiekwinkels en handwerkwinkels te kust en te keur liggen tegenwoordig in deze chaotische straat.

De Brooke Dynastie of te wel de White Rajahs,
Historisch gezien behoorde Sarawak tot de sultan van Brunei. Toen James Brooke in het huidige Sarawak arriveerde om de Nederlanders uit te dagen in het zuiden van Borneo (het huidige Kalimantan ), ontdekte hij dat er in de regio een opstand was met veel overvallen en belegeringen. Brooke, zoon van een Engelse rechter in de Oost-Indische Compagnie en veteraan van de Britse verovering in Birma, sloeg de opstand neer en maakte een einde aan de voortdurende piraterij met zijn superieure wapens. Sultan Omar Ali Saifuddin II van Brunei gaf in 1841 aan Brooke als dank  voor het indammen van lokale opstanden, dit moerassige gebied wat grotendeels met oerwoud was bedekt en bewoond werd door de inheemse Iban stam, toentertijd de koppensnellers van Sarawak. Het koninkrijk Sarawak werd geboren en werd vanaf toen geregeerd door de Witte Rajahs dynastie. 
Met James Brooke als eerste Witte Rajah, omdat hij geen kinderen had werd daarom zijn neef Charles Johnson de Tweede White Rajah. Dat kon alleen  als hij ook de familienaam Brooke aan nam. Sarawak breidde zich uit tot een landmassa ter grootte van Engeland, wegen en spoorwegen werden geïntroduceerd, evenals koloniale bungalows, openbare gebouwen en forten. Hij ontwikkelde waterwerken en schafte ook de slavernij af. Zij breiden ook het grondgebied uit tot de huidige staatsgrenzen. De White Rajahs regeerden en ontwikkelden Sarawak op een andere manier dan de rest van Maleisië onder de Britten. Maar zijn beroemdste nalatenschappen in Kuching zijn; het paleis “Astana” tegenwoordig bewoond door de gouverneur van Sarawak, en Fort Margherita. Charles liet Astana in 1870 bouwen als geschenk ter ere van zijn huwelijk met zijn nieuwe bruid Margaret. Later noemde hij het nabijgelegen Fort Margherita ook naar zijn geliefde vrouw. 
Margaret beviel van de derde en laatste White Rajah of Sarawak: Charles Vyner Brooke. 
De Brooke-dynastie duurde meer dan een eeuw, meer dan drie generaties, van 1841 tot 1946. Belangrijk is om niet te vergeten hoe ze met ijzeren vuist regeerden en de inheemse bevolking dwongen hun 'Engelse' wetten te volgen. En ze beschermden Sarawak tegen westerse uitbuiting, wat waarschijnlijk bijdraagt ​​aan het uitgestrekte regenwoudreservaat van de staat in vergelijking met de alarmerende ontbossing in het naburige Sabah.
Na de Japanse bezetting van Borneo, in de Tweede Wereldoorlog, werd Sarawak aan de Britten gegeven ​, wat het einde betekende van de Witte Rajahs. Vreemd genoeg werd Sarawak dus onderdeel van de Britse kroon terwijl rond dezelfde tijd de meeste van hun koloniën zich onafhankelijk verklaarden. Sarawak en Noord Borneo (het huidige Sabah) sloten zich in 1963 bij Maleisië aan. Afgezien van aanvankelijke weerstand is er geen poging gedaan om de Brooke-dynastie te herstellen. De drie White Rajahs zijn begraven in St Leonard Church in Devon, Engeland.

Wij laten ons allereerst afzetten met de taxi bij het organisatiebureau van de Nationale Parken. Wij boeken daar een kamer met eigen badkamer voor twee nachten in het Bako NP m.i.v. morgenavond. Vervolgens gaan wij op zoek naar een hotel voor vanavond. Het loopt een stuk makkelijker met de nieuwe rugzak voor Judith. Al snel hebben wij een geschikt hotel gevonden in het oude centrum de Main Bazaar aan het Waterfront genaamd, heel origineel “Waterfront Lodge”. De kamer heeft ramen aan de voorkant en is voorzien van een hemelbed. De airco staat aan en heeft de kamer tot een aangename temperatuur afgekoeld. Wij hebben een balkon met zicht op het water. Wij zijn heel tevreden met deze kamer en de locatie is zo goed dat wij ook maar meteen voor twee nachten hebben bijgeboekt, voor als wij terug zijn uit het Bako NP. Op naar het centrum van Kuching, wij zijn klaar om die te verkennen. Kuching betekend overigens Kat in het Maleis, er zijn meerdere lezingen hoe men daar op gekomen zijn. Overal kom je in aanraking met katten, van straatkunst tot op standbeelden op de  rotondes en ook een museum, dat aan hen is gewijd. Het valt ons op dat er veel winkels zijn, waar “gouden” sieraden worden verkocht. Het is een bruisende stad aan de ter plaatse brede rivier de Sungai Sarawak waarlangs een mooie promenade is aangelegd. Langs de oever zijn voor de winkels allemaal stalletjes opgesteld waar je van alles kan kopen. Het is niet druk, schoon en er waait een heerlijke frisse wind. Verder zien wij relatief veel verkoopsters die eigen gemaakte spekkoek verkopen. Tenslotte genieten wij op een bankje aan de kant van het water van de rust en het kabbelende water. Wij realiseren ons dat wij bevoorrecht zijn dat wij dit allemaal kunnen doen. Het begint weer te regenen, wat meer gewoon dan uitzondering is. Ik krijg Judith zo ver om in een Pizzahut te gaan eten. Valt helaas aardig tegen.
 

De vrouw van de toeristeninformatie heeft ons gisteren geadviseerd om de bus van zeven uur te nemen. Dat vinden wij wat vroeg en niet nodig het is voor ons géén dagtocht. Bako NP is één van de kleinste nationale parken in Sarawak. Het park ligt maar op 37 km van de stad Kuching en is vrij makkelijk te bereiken met een bus en een boot. Elk heel uur rijdt er een bus. De regen is net opgehouden en om acht uur staan wij bij de bushalte, wel met regenjassen bij de hand. Tegen kwart over acht komt de bus er aanrijden en volgens één van de andere wachtende, is hij nog te vroeg! Heerlijk die mentaliteit bijna een kwartier te laat en dan toch nog te vroeg!! In het begin krijgt iedereen netjes een buskaartje maar even later verandert dat. Zijn de kaartjes op? Of is de rest zijn vakantiegeld? Het duurt bijna 1,5 uur voordat wij arriveren, kennelijk is die 37 km hemelsbreed….. maar ja waar kan je voor € 0,75 zolang met een bus?
Bij het eindpunt moeten wij overstappen in een boot, die ons over de Santubong rivier naar het hoofdkwartier van het Nat. Park zal vervoeren. Het is wat chaotisch, omdat men gewend is vooraf een bootindeling te maken. Het zijn kleine boten waar maar 4 personen in kunnen. Uiteindelijk kunnen wij toch snel vertrekken. Wij zijn immers maar met een paar mensen dus is er niet veel keus om indelingen te maken. In het begin varen wij alleen maar over de rivier die vervolgens overgaat in de zuid Chinese zee. De golven worden steeds groter en onze boot is ten opzichte van de golven wel erg klein. De bootsman vaart de boot redelijk soepel tussen en met de golven mee. Maar dat kan uiteraard niet altijd goed gaan en dan maakt de boot behoorlijke klappen en vervolgens slaat het water je om de oren. Waar zijn wij in godsnaam aan begonnen? Na ruim een half uur komen wij aan in het BAKO NP  op een bounty strand, jammer genoeg schijnt er geen zon want dan zou het kompleet zijn geweest. Wij moeten door het water lopen naar het strand. Dit gaat wat lastig met al onze bagage. Wij moeten ons melden voor de nodige informatie bij het hoofdkwartier. Als wij bij ons huisje arriveren is de kamer nog niet klaar, dus gaan wij eerst maar koffie drinken. Het park dankt zijn faam aan de aanwezige neusapen (Probiscus), makaken en de verzilverde bladapen die zich hier vrij gemakkelijk laten zien. Korte wandelingen en langere jungle tochten staan centraal in het nationale park. Ons avontuur zal even op zich moeten laten wachten het is nog vroeg dus tijd genoeg.
Het regenwoud is heel vochtig en broeierig, het pad mag die naam eigenlijk niet hebben. Wij klauteren en klimmen naar boven over rotsstenen, de nodige glibberige natte boomwortels en provisorisch aangelegde houten bruggetjes. Binnen tien minuten zijn wij natter dan eerder in de boot. Het is ook nog het regenseizoen dus niet de ideale periode. Het water loopt in straaltjes van je hoofd en geen enkel stukje van je kleding blijft droog. Ik trek mijn T-shirt uit. Een bloedzuiger valt van mijn been, een wondje achterlatend waar het bloed uitloopt. Vogels hoor je wel maar zie je niet. De flora, bomen en struiken zijn wel heel afwisselend. Wij komen een slang en enkele hagedissen tegen. Maar het mooiste zijn toch de prachtige bekerplanten (de pitcher plant) die hier groeien. Heel bijzonder, die vleesetende planten met vangbekers waar ze insecten in lokken.
Na bijna een uur en nog steeds amper een kilometer verder, laten wij ons vallen op wat alternatieve bankjes aan de kant van het pad. Wij zitten hier uiteindelijk met vier andere jonge gasten. Twee uit Spanje, een uit Frankrijk en een ook uit Nederland. Zij zijn net als wij behoorlijk vermoeid en uitgeput, dus het ligt niet aan de leeftijd. Het klimaat, de luchtvochtigheid, de ondergrond en het klimmen zorgt er wel voor dat je jezelf snel tegenkomt.
Er zijn verder gelukkig weinig andere toeristen en wij kunnen daardoor met z’n tweeën volledig genieten van deze uitzonderlijke natuur. In de loop van de dag zien wij alleen nog onze Amerikaanse passagier uit de boot van vanmorgen. Gelukkig is niet het hele traject van 2,6 km zo moeilijk begaanbaar en kunnen wij soms wat makkelijker en sneller vooruitkomen. Door te lopen over wat grotere rotsenblokken. waar soms wat water langzaam overheen sijpelt en ook regelmatig over een heuse boardwalk. Wel blijft het glooiend en moeten wij dus op en neer. Her en der zijn wat trappetjes van ruw hout gemaakt omdat het anders niet te doen is om er te passeren. Onderweg komen wij de Nederlandse jongen weer tegen hij gaat terug voelt zich niet lekker. Even later haalt de Franse jongen ons in, hij was al naar een ander punt geweest. Terwijl hij ons passeert glijdt hij uit en ligt languit in de modder. Komt mij bekend voor, is mij ook overkomen in Noord Vietnam!! Bijna 2 uur later hebben wij het einde van het pad bereikt. Samen met de Franse jongen staan wij op wat vulkanisch gesteente bovenaan een helling en kijken naar beneden naar een idyllisch strand wat ongeveer 80 meter lager ligt. Er schijnt ook nog een pad naar beneden te lopen. Dat laten wij maar over aan de twee Spaanse gasten. Voor wij vertrekken komen zij namelijk net naar boven. Op de terugweg lopen wij ook nog naar dat andere punt op advies van de Franse jongen. Hier heb je een prachtig uitzicht over de zee, binnen meertjes en mooi begroeide hellingen. Het is mooi geweest en wij gaan weer op weg terug naar ons hoofdkwartier. Even over drieën zijn wij weer terug. Net te laat om de boot nog te zien vertrekken met de Franse, Nederlandse en de Amerikaanse jongens, voor hun was het duidelijk wel een dagtocht zonder overnachting. Op het pad worden wij begroet door een heleboel Makaken, zij zijn voorzien van een mooie grote snor. Zij zijn vrij agressief en proberen het zakje wat ik in mijn handen heb te pakken. Daar ben ik niet zo blij mee, omdat mijn geldbuidel daarin zit om droog te houden. Terug in de kamer alles uit en gauw onder de “koude” douche. Wat een verademing in deze temperatuur languit lig ik naakt op mijn bed bij te komen met een rum cola onder hand bereik. Dat noem ik ook vakantie. Twee uur later zijn wij langzaam naar het restaurant gestrompeld. 
Wij bedenken ons en besluiten om toch nog even een strandwandeling te gaan maken. Wat een geweldige plek; wat een natuur en wat is het mooi als je hier de zon ziet ondergaan en het water gadeslaat wat zich langzaam terug trekt. De grote rotsblokken hebben allerlei kleuren en glinsteren in de laatste zonnestralen, de neusapen komen omdat het rustig is nu opeens vlakbij. Wat een prachtige te gekke beesten, zij hebben een lichtoranje vacht met grijze ledematen en een witte staart. De kruin is oranjerood, terwijl de rest van het hoofd bleker gekleurd is. Het volwassen mannetje heeft een enorme aparte, naar beneden hangende neus, vrouwtjes daarentegen een kleine stompneus en jonge dieren een wipneus. Zij hebben flinke achter poten en als zij daarop gaan staan dan zijn zij wel meer dan een meter hoog. Het lukt mij om verschillende foto’s te maken. Deze plek is weliswaar vreselijk vochtig, maar is zeker een zeldzaam paradijs.
Terug in het restaurant eten wij samen een bordje gebakken rijst met een gebakken ei en uiteraard ook nog een Tiger biertje. De  zaal ziet er niet uit, een hoge kale ruimte met plastic tafels en stoelen. De Tl buizen schijnen fel en het geheel is sfeerloos. Dit is helaas wat minder. Vroeg naar bed het is immers al bijna negen uur!
 

De avond/nacht begint onrustig. Judith maakt mij wakker er is iemand binnen…..! Nadat ik alles heb geïnspecteerd en niets heb gevonden ga ik weer terug in bed. Binnen enkele minuten horen wij weer geluiden. Wij komen tot de conclusie dat de wilde baardzwijnen moeten zijn, die onder de vloer schuilen. In de loop van de nacht begint het heel hard te regenen en dat gaat zo goed als permanent door. Als wij om kwart voor tien ( 13 uur in bed.. ) op staan regent het nog steeds een beetje. Het ontbijt is goed geregeld. Het is inmiddels droog geworden dus gaan wij op pad. Wij lopen over het strand met allemaal heel mooie slakkenhuizen en een heleboel ander aangespoelde rotzooi. Wij komen niet zo ver bij de aanlegsteiger hebben wij voor de eerste keer geschuild voor de regen. Wij besluiten uiteindelijk maar gewoon op pad te gaan. Met mijn T-shirt in de broek als buffer voor de regen en transpiratie, zodat niet opnieuw mijn korte broek en onderbroek doorweekt raakt. Wij besluiten de kortste wandeling van 800 meter te gaan maken naar een strandje met kans op apen heen en terug dezelfde weg. Het pad is mede door de regen erg glad. Over de rotsen gaat het wel maar de boomwortels is wel een groter probleem. Vooral als je naar beneden gaat omdat je dan geen houvast hebt. Heel rustig gaan wij naar beneden, elkaar vasthoudend en/of ondersteunend. Wij komen gelukkig wat verzilverde bladapen tegen. Het zijn mooie grijze apen met een kuif op hun hoofd. Als het zonlicht langs hun haren schijnt geeft het een licht zilverachtige kleur. Als wij na een uur wandelen bij het strandje aankomen begint het net weer hard te regenen. Gelukkig kunnen wij er schuilen. Omdat het niet stopt gaan wij toch maar weer op pad, het blijft regenen tot dat wij terug zijn. De terugweg gaat trouwens een stuk beter en sneller in 40 minuten. Tegen twee uur zijn wij weer terug op ons eigen strandje en daar lopen een paar baardzwijnen, deze leven ook alléén in Borneo en Sumatra. Zij hebben lange grijze bakkebaarden en haren op hun snuit. Een apart gezicht om te zien. Wij zijn weer klaar om direct weer onder de koude douche te gaan,  Wij zijn wat gaan lezen op het terras met een drankje en een zak chips. Plotseling, het lijkt wel een windvlaag, springt er een makaak op onze tafel en weg is de “lege” chipszak en de koffie en cola vliegen door de lucht. Wat zal hij er de pest in hebben dat hij te laat was voor de chips.
Het is verbazingwekkend maar het is al meer dan een uur droog en zelfs af en toe een zonnestraal. In de verte ziet Judith neusapen scharrelen op het strand. Wij gaan erop af, maar helaas zij verdwijnen alweer jammer genoeg snel in het bladerdek van de bomen. De golven worden langzaam groter en de witte schuimkoppen ook. Wij hebben nog wat gewandeld, genietend van het mooie weer. In de avond gaan wij een night walk maken. Het is een prachtige wandeling maar helaas ook nu weer weinig gezien. Dit keer maar met een paar mensen en zowaar iedereen heeft zich rustig gehouden dus daar ligt het niet aan. Buiten een paar spinnen, een schorpioen en een vlinder zien wij niets.
 

De nacht brengt ons weer veel bezoekers. Geen idee wie of wat het zijn. Maar vanmorgen in elk geval ontdekt dat wij last van muizen hebben. Dat verklaard ook wat er gebeurd is met het stuk zeep. Wilde zwijnen onder het huis, muizen binnen en apen die aan de ramen rammelen om te proberen binnen te komen. Een nacht vol activiteit en dus iets minder diep geslapen. Het heeft niet meer geregend en zowaar is de lucht voor een groot stuk blauw en komt de zon er langzaam tussendoor piepen. Wij hebben afgesproken om opgehaald te worden om 12 uur. Eigenlijk zijn wij al eerder zover om te vertrekken, de golven lijken wat minder en wij willen graag gebruik maken van het goede rustige weer. Wij hebben het organisatiebureau laten bellen. Dat heeft geholpen om even over tienen krijgen wij te horen dat onze boot is gearriveerd. Nog even langs de neusapen en dan door het water naar de boot. Wat een stuurmanskunst hebben die bootslui, petje af,  zij surfen over de golven die toch nog heel hoog zijn. In vergelijking met de hoogte van de boot zijn die golven gemiddeld meer dan tweemaal zo hoog. Droog komen wij aan bij de Jetty. Wij lopen naar buiten en zien net de bus de hoek omgaan. Dat betekend even wachten op de volgende. Wanneer komt die, oh over een half uur is het antwoord. Precies anderhalf uur later komt de bus aanrijden. Wij stappen in en de bestuurder stapt uit, even plassen is zijn opmerking. Het beroep buschauffeur is heel relaxt en levert duidelijk ook veel geld op. Terug in ons hotel in KUCHING brengen wij onze bagage naar “onze” kamer en wij hebben een klein beetje het gevoel weer thuis te zijn. Tijd om de kleding te drogen…. Verder omdat wij alles zelf ter plaatse regelen moet er soms een werkperiode ingelast worden. De middag is er zo een. Het lukt ons een aardige voorlopige en vrijblijvende planning te maken voor de komende en ook laatste drie weken. Het plan is om met een bus naar Kota Kinabalu via Brunei te reizen, vervolgens mogelijk nog 3 excursies in Borneo en daarna 4 dagen naar Bali. Terug in Maleisië nog via KL op en neer naar Melaka. Wij boeken de retourvlucht naar Bali en ik stuur de btw aangifte naar de belastingdienst. Ook dat moet gewoon doorgaan. De middag vliegt voorbij. Er is een feest in Kuching komend weekend, voorafgaand hieraan is er vanavond een vuurwerkshow. Vanuit onze kamer kunnen wij het vuurwerk goed bekijken. Wat een prachtig gezicht, is niet alleen veel meer en grootser dan in Melbourne, maar ook door ons goed te zien. Wij zitten op de eerste rang.
 

Het ontbijt is weer simpel maar lekker met pindakaas. Wij zijn nog aan het ontbijten en het is al over negenen en als wij ontdekken dat de shuttle naar het “cultural village” alleen om 09.15 en om 10.15 vertrekken. Achter onze Lodge zien wij een busje vertrekken, het blijkt de shuttle te zijn. Blijkbaar staan deze bij onze Lodge geparkeerd. Via de receptioniste kunnen wij nog mee. Het is drie kwartier rijden naar Sarawak Cultural Village en ligt 35 km ten noorden van Kuching in het plaatsje Damai.  Het is duidelijk zichtbaar dat het hier in Kuching een stuk schoner is op straat dan in Kuala Lumpur. Ook de middenberm is mooi met bloemen en planten versierd. Het zijn planten met bladeren die vel rood tegen turquoise aanzitten afgewisseld met struiken met rode en witte bloemen heel sfeervol. Wij arriveren en het openluchtmuseum beschikt over een verzameling replica's van “Longhouses”, zoals de replica's die de beruchte voormalige koppensnellende Iban-stammen bewoonden, evenals woningen in Maleisische kampung-stijl en Chinese boerderijen. Het biedt ons de mogelijkheid om onszelf onder te dompelen in de oude traditie. Wij krijgen bejaarden korting, half prijs bij de ingang van het cultural village. Is toch weer meegenomen. Toen wij voor het eerst samen gingen reizen maakten wij (ten onrechte) gebruik van studentenkorting, nu met bejaardenkorting!! Waar is de tijd gebleven?Het eerste huis is een Chinese boerenfarm, hier blijven wij een hele tijd. Wat een vrolijke tante staat hier, zij legt met plezier het procedé peper en Birds nest uit. Birds nest wat wordt gegeten is werkelijk het restant van een zwaluwnest. Die te week wordt gelegd en stukje voor stukje wordt uitgepeld. Heel bewerkelijk en is dus ook heel duur en te koop alleen voor de jetset. Het is een soort kaviaar maar dan anders. Daarna terug naar het grote theater waar wij een show krijgen, zang en dans. Heel kleurrijk en ook humoristisch. Daarna geluncht en vervolgens bekijken wij nog zo’n 6 verschillende huizen. Het zijn allemaal “Longhouses” (Huizen op Palen) met allemaal verschillende indelingen. Het over grootste gedeelte van de bevolking van Borneo woonden oorspronkelijk in dit soort huizen en die worden nog steeds veel gebruikt hier. Wij wandelen door het dorp en bekijken de  traditionele instrumenten in het Rainforest Music House. Daar hebben wij een hele tijd zitten babbelen met een heel gedreven lokale nomade bewoner. Hij maakt muziekinstrumenten en bespeelt die ook. Zijn grootste afnemers krijgt hij via het internet, wel een heel groot contrast als je hem zo bezig ziet, met ontbloot bovenlijf maar verder ook weinig andere kleding. Wij hebben hier rondgewandeld tot drie uur en dat was best heel interessant en heeft geen minuut verveeld.  Terug in de stad kopen wij onze bus tickets voor de komende twee dagen eerst van Kuching naar Sibu en vervolgens door naar Miri. Wij moeten weer vroeg vertrekken, dus meteen na het eten naar bed.
 

De wekker staat op half zes. Judith maakt mij wakker om zes uur. Op onverklaarbare wijze is deze niet afgegaan. Wordt dus even snel douchen, inpakken, ontbijten en alles naar beneden sjouwen. Nou dat kan in 25 minuten blijkt. De taxi staat voor de deur als wij onze thee opdrinken. Op het busstation moeten wij langs verschillende loketten. Ons busticket wordt daardoor steeds kleiner en uiteindelijk vervangen door een heel klein wit papiertje. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat alles goed geregeld is. De chauffeur staat naast de bus, doet niets, je moet zelf je bagage onder in de bus stoppen. Is uiteraard geen probleem. Er wordt voor hem geteld en hij kan vertrekken. Wij zitten op de voorste twee stoelen en hebben een goed zicht nadat ik de bus wat verbouwd heb. Zonnescherm naast de bestuurder op het voorruit omhoog gehaald en verschillende gordijnen ingepakt. Met twee chauffeurs kan ons niets meer gebeuren. Wij verlaten KUCHING en al snel gaat de video aan met muziek. Helaas wel een beetje hard en na z’n 6 uur heb je wel genoeg van het kattengejank. Met gevolg een opkomende hoofdpijn. Uiteindelijk maar gevraagd of het wat zachter kan en dat lukte. Er wordt onderweg verschillende malen gestopt en van chauffeur gewisseld. De wegen zijn hier goed en nog steeds schoon. Borneo is een jungle van groene bomen en af en toe een dorpje. Wij passeren maar één iets grotere stad en daar is een hele wijk met nieuwbouw huizen en ook het busstation is in een nieuwe terminal. Er is blijkbaar geld voorhanden anders wordt er niet zo op grote schaal gebouwd. In SIBU komen wij aan tegen drie uur s’ middags. Gelukkig is er een hotel naast de terminal. Omdat morgenvroeg wij alweer vertrekken om 6 uur….. Het hotel is onverwachts van goede kwaliteit en dat voor een prijs van € 15,00 per kamer!! Wij nemen een taxi naar het centrum om de bezienswaardigheden te bekijken. Het is zondag en dus weinig open. Wij bekijken een tempel en de opbouw van de night market en verder is er weinig te beleven. Komen ook geen enkele andere toerist tegen. Dit traject wordt meestal overbrugt met een vliegtuig. Morgen maar weer snel door met de bus dan kunnen wij lekker veel zien, toch Judith…!


Wekker doet het dit keer goed vijf uur uit de veren de bus vertrekt voor ons hotel om 6 uur. Het is een luxe bus dit keer met slaapstoelen en extra brede zittingen. De beenruimte is kolossaal. Achteraf blijkt dat dit stoelen zijn voor business class en voor zwangere vrouwen en bejaarden. Dus wij zitten op de juiste stoelen! Het is nog donker met als gevolg dat als de bus amper is vertrokken ik al lig te slapen. Geen muziek vandaag gelukkig. Ik slaap niet zo lang omdat het inmiddels licht is geworden en wij kunnen genieten van een ruim zicht naar buiten. Wij rijden vandaag 450 km dus 25 km meer dan gisteren. De eerste helft zijn de wegen heel slecht het tweede gedeelte is perfect. Gelukkig zijn de schokdempers vandaag een stuk beter dus hebben wij weinig last van de gaten. Verder blijkt hoe verder wij over land naar het noorden reizen in Borneo des te minder toeristen er zijn en men die ook niet zo gewend zijn. De tijd vliegt voorbij en tegen drieën bijna dezelfde tijd als gisteren arriveren wij in MIRI. Een taxi brengt ons bij de VVV. Daar blijkt al snel dat het een zinloze zaak is om naar The Kelabit Highlands door te reizen aan de grens met Indonesische Borneo in het uiterste noorden. De wegen zijn zo slecht dat zelfs een 4x4 er meer dan 15 uur over doen en dus niet rijden. Een vlucht blijkt niet meer mogelijk er vliegt maar een maatschappij met een heel klein toestel. In de buurt zijn wat interessante grotten te bewonderen de Naih en de Mulu caves. Vanwege de aanwezige vleermuizen slaan wij die ook over. Dus gaan wij morgen weer door via Brunei naar Kota Kinabalu. Miri is een interessantere stad dan Sibu, wij lopen door China Town met een paar mooie tempels. De Tua Pek Kong tempel is gewijd aan de godheid die het meest geliefd is bij overzeese Chinezen. Volgens de plaatselijke legende begon het werk in de tempel in 1913 om de godheid te bedanken voor het helpen beëindigen van een mysterieuze epidemie. De tempel ligt pal naast de Miri Fish Market, waar de lokale vangst elke ochtend vroeg wordt aangevoerd. Hier is een enorme variëteit aan verse vis en zeevruchten te koop. De San Ching Tian tempel is de grootste taoïstische tempel in Zuidoost Azië. Het schitterende rode dak, het elegante lotusmotief en de heerlijke windgong maken dit een zeer indrukwekkende en sfeervolle plek om te bezoeken. Wij nemen plaats op een van de vele terrasjes met rondsom restaurants en bars m.a.w. een gezellige plek met een heleboel leven. Tot laat in de avond zitten de terrassen vol. Wij wachten niet op het sluitingstijd.


Het begint te wennen vroeg op. Wij zijn al om half zeven klaar om te vertrekken en dat hoeft pas om 7 uur. Bij het busstation hebben wij keus uit meerdere bus maatschappijen. Het werd uiteindelijk Borneo Expres. In overleg met de chauffeur is het gelukt om weer voorin te kunnen zitten. Het uitzicht was het beste van alle drie de dagen. Geen muziek maar wel een permanente gekraak van de cabine omdat de vering niet jofel was. Deze rit is speciaal samengesteld voor mensen met een paspoort zonder stempels. Je krijgt namelijk op deze rit 10 stempels in je pas. Sarawak uit, Brunei in en uit en vervolgens Sarawak in en uit en wederom door Brunei in en uit en nogmaals Sarawak in en uit en Sabah in. Wij zijn vooral geïnteresseerd in Brunei. Nou dat viel een beetje tegen. De wegen zijn slecht er is veel afval langs de weg meer dan in Maleisië. Er zijn wel veel mooie huizen gebouwd maar er zijn nog steeds heel veel krotten tussendoor. Het water in de sloten en vaarten is zwart, volgens zeggen van de olie, verder komen wij er niet achter waarom. Wel rijden hier heel veel nieuwe en betere types auto’s. Het landschap is bijna overal nog steeds veel jungle. Het laatste stuk krijgen wij te maken met veel bergen. Deze groeien gestaag des te dichter wij bij Kota Kinabalu komen, maar ook de wolken nemen toe en worden allengs donkerder wat ons een flinke regenbui oplevert. Gelukkig is het maar van korte duur die regen. Wij zijn om kwart over acht vertrokken en nu om kwart over zes arriveren wij in KOTA KINABALU. Na aankomst bij het busstation biedt de buschauffeur ons aan om ons met zijn eigen auto maar een hotel te brengen. Wat een vriendelijke geste en die accepteren wij uiteraard meteen. Voor dat hij vertrekt nodigt hij ons ook uit om a.s. vrijdag de 31ste  januari bij hem thuis met zijn gezin het Chinees Nieuwjaar te komen vieren. Hij belooft ons om contact met ons te zullen op nemen en wij zwaaien hem uit. De stad zelf is duidelijk een stuk drukker en ook toeristen zijn hier weer volop aanwezig. Het is al laat en vlak naast ons hotel hebben wij lekker gegeten en snel daarna onder de lakens om wat slaap in te halen.

Uitslapen wat een weelde. Dik over negenen worden wij wakker. Wij moeten niets vandaag dus hebben totaal geen haast. Het gevolg is dat wij te laat zijn voor het ontbijt bij de buren. Dan maar even naar de bakker en hebben wij ons eigen ontbijt op de kamer. Het is wel een “werkdag” vandaag om te plannen en uit te zoeken waar en wanneer wij naar de “binnenlanden” van Borneo gaan na het komende weekend. Dus op zoek naar de VVV en de mogelijke touroperators voor wat info. De middag gebruikt om alles op een rijtje te zetten en weer een vliegticket geboekt. Rond 5 uur start de speciale night market i.v.m. Chinees Nieuwjaar. Het centrum stroomt langzaam vol met auto’s. Die staan overal geparkeerd. De parkeerwachten leven zich uit. Automobilisten trekken zich er niets van aan of er wel of niet geparkeerd mag worden. De meeste auto hebben onder de ruitenwisser een of zelfs meerdere bekeuringen. Zie zelf vandaag dat de service wel heel ver gaat, omdat er donkere wolken aankomen, doet de parkeerwacht er zelfs een plastic hoesje om. Heb geen idee maar betalen doet men vermoedelijk nooit. Het aanbod op de night market is weer veel van hetzelfde. Na bijna een uur ons door de menigte te hebben voort bewogen hebben wij er genoeg van. Lekker gegeten in Horizon Hotel en daarna na een terras met live muziek, Het is  alwaar happy hour niet zo gek het is van s’ morgens vroeg 11 uur tot s’ avonds 9 uur. Om half tien hoorden wij een bel luiden achter de bar. Het eerste waar wij aan denken is ha en gratis rondje. Maar het blijkt het signaal dat happy hour is afgelopen. Men neemt het niet zo nauw met de tijd, zij hebben het maar voor het gemak met een half uur verlengt!! Terug bij het hotel kunnen wij onze kamer niet open krijgen. Zelfs de receptionist lukt het niet. Hij oppert er zal wel iemand binnen zijn!!!! Uiteindelijk na 10 minuten worstelen door ons beiden, probeert Judith het en in één keer zijn wij binnen. Wat een “Girl Power” of was het haar zachte handen die ons hebben gered. Wij zullen het nooit te weten komen.


 

Vandaag gaan wij wat eerder naar de buren zodat wij wel op tijd zijn voor het ontbijt. Daarna terug om mijn korte broek te halen, die moest voorzien worden van een nieuwe zak. De muizen in Bako NP hebben er van genoten en de helft meegenomen. Eerst de kapper bezocht die mij weer 15 jaar jonger heeft gemaakt, hippie af en weer een fatsoenlijke toerist. Verder wat andere zaken geregeld o.a. boarding passen geprint etc. Verder een cadeau gekocht voor de buschauffeur die ons heeft uitgenodigd om Chinees Nieuwjaar te komen vieren. Wij weten uiteraard niet zeker of hij ons nog zal bellen maar wij gaan er wel vanuit. De winkels gaan vanmiddag bijna allemaal vroeger sluiten. Daarom heb ik mij vanmiddag vermaakt in een wellness met een de sauna en stoombad. Verder een rustige dag. Ik verwacht dat het om 12 uur vannacht wel anders worden met mogelijk het een en ander aan vuurwerk…..

Ik heb de wekker gezet op 10 vóór 12. Snel aangekleed en naar buiten, Judith blijft in bed, zij heeft in Nederland ook niet zoveel met oud en nieuw. Buiten is er niets maar dan ook helemaal niets te horen en zien, blijkbaar is Chinees Nieuwjaar anders! Heb een rondje gelopen en toen maar weer snel terug naar mijn bed. Na het ontbijt hebben wij wat rondgelopen in het centrum De meeste winkels zijn gesloten en de straten zijn bijna leeg. Wij hebben geen idee of wij nog zullen worden opgehaald en zo ja hoe laat. Wij gaan op zoek naar het busstation vanwaar wij morgen zullen vertrekken daarna doorgelopen naar de boulevard. Bij Le Meridien het 5 sterren hotel hebben wij ons getrakteerd op een luxe kopje koffie met alles erop en eraan.  Het blijkt achteraf een goed idee omdat tegen één uur er een voorstelling komt van de leeuwen/draken dans met een speciale dans op een stellage. Er wordt een voorstelling van acrobatiek op heel hoog niveau met de nodige opzwepende muziek. Ruim een half uur duurde het en het was heel spectaculair. Als wij tegen vier uur nog niets hebben gehoord besluiten wij maar wat te gaan eten een late lunch of een vroeg diner!! Klokslag zes uur belt Duce,  onze buschauffeur, hij is in de Rainforest Lodge en wacht daar op ons. Bij aankomst daar blijkt hij daar aanwezig te zijn met zijn hele gezin, vrouw, zoon en drie dochters. Het is gezellig en wij hebben een half uur met elkaar gesproken en zij zijn toen weer vertrokken. Een bezoek bij hun thuis zat er niet in, zij moesten naar een party. Was eigenlijk ook beter zo hij was de enige die Engels sprak. Omdat er niet zo veel verder te beleven valt vroeg naar bed. Heb wel vannacht nog om drie uur naar Feyenoord – Vitesse gekeken.

Wordt vervolgt.

Foto’s

3 Reacties

  1. Jan van Driel:
    16 februari 2021
    Vanuit Maleisië heet het eiland Borneo. In het Indonesisch heet zowel het Indonesisch gedeelte als heel het eiland Kalimantan.
    De tijd is kort en overland reizen vergt tijd. Daardoor moet je keuzes maken.
    Een overnachting in een longhouse bij de Dayaks was een ervaring geweest net als een bezoek aan Mulu N.P. inclusief overnachting.
    In Brunei het gratis Jerudong pretpark gemist, hoewel de glans eraf is.
    Ik kijk uit naar jullie avonturen op Sabah met de Rafflesia en de Orang-oetans!
  2. Marianne:
    17 februari 2021
    Prachtig verslag van jullie reis. Een brutaal mens heeft de halve wereld. Daardoor maken jullie ook apartere dingen mee dan de meeste toeristen. Super interessant
    lijkt mij deze reis. Maar ik hoef niet..... Zijn jullie niet doodmoe als jullie weer terug zijn? Maar zo fijn dat jullie dit soort reizen zo vaak hebben kunnen maken, petje af, vooral voor Judith die dit allemaal kan volbrengen. Die schorpioen in je hand was toch niet een echte, mag ik hopen........
  3. Tiny:
    5 maart 2021
    Wat een mooi verslag Cor het is werkelijk genieten en het leuk om alles te lezen.
    Maar al die regen lijkt mij toch niet alles.